De kostenstructuur op de Vlaamse melkveebedrijven is behoorlijk veranderd het afgelopen decennium. De afbouw van de neveninkomsten, een uitbreiding van de omvang in melk en verschuiving van de vaste kosten naar variabele kosten zijn hiervan de zichtbare gevolgen.
In combinatie met inflatie op de kosten heeft dit alles ervoor gezorgd dat de marge onder druk is komen te staan. Als gevolg van kleinere marges en meer liters melk per bedrijf, heeft het gemiddelde melkveebedrijf een hoger inkomen weten te realiseren. De spreiding van het inkomen tussen de bedrijven is echter veel groter geworden.
Door het afschaffen van het melkquotum maakte de groei op de bedrijven eenmalig een versnelling door. Hierdoor zijn veel Vlaamse bedrijven terug financieel gezond geworden. Dit zal bij de volgende groeistap echter anders liggen op vele bedrijven omdat hiervoor vaak nieuwe gebouwen, betaalde arbeid en extra mestafzet nodig zijn. Bedrijven die zeer goed gemanaged zijn en goed met personeel kunnen werken, hebben een voorsprong.
Dus ook in de toekomst blijft het belangrijk om je productiefacturen (arbeid, land, rechten en kapitaal) goed te managen, misschien nog wel belangrijker dan ooit tevoren.
Zoveel blijkt uit een analyse op basis van de Liba-boekhouding 2008-2018.
Lees het volledige verhaal (met gedetailleerd cijfermateriaal) in Melkveebedrijf, editie België november 2019, sinds 14 november 2019 bij geabonneerden in de bus.
Bron: naar Bas Aarts & Evelien Voermans (Liba)