Het Wetenschappelijk Comité meent dat het voorgestelde besluit inzake boviene virale diarree (BVD) weinig ambitieus is. “Het bestrijdingsprogramma loopt het risico om te weinig concrete resultaten op te leveren op korte tot middellange termijn en aldus een verlies aan motivatie bij de veehouders te veroorzaken”, luidt het in een officieel rapport.
De cruciale factoren bij de succesvolle bestrijding van BVD zijn de vroegtijdige detectie en snelle opruiming of afslachting van immunotolerante, persistent geïnfecteerde (IPI) kalveren
en runderen, het toepassen van een strikt aankoopbeleid waarbij IPI runderen of runderen met ongekend BVD-statuut niet meer in het handelsverkeer komen en het monitoren van BVD -viruscirculatie op de bedrijven.
“Aangezien er niet voldoende bioveiligheidsmaatregelen bestaan op het terrein die garanderen dat het virus niet verspreid, blijkt het isoleren of in quarantaine plaatsen van IPI-runderen op de beslagen weinig tot niet efficiënt te zijn bij de bestrijding van BVD. Deze IPI-runderen vormen een zeer groot risico op BVD virusoverdracht”, aldus het rapport van het Wetenschappelijk Comité.
De experts zijn van mening dat het huidige ontwerp van koninklijk besluit weinig garanties biedt voor een doeltreffende bestrijding van BVD.
Voor het volledige rapport klik hier.
Voor meer informatie over BVD lees het artikel ‘Aanpak tegen BVD op elk bedrijf noodzakelijk’ in MELKVEEBEDRIJF editie JUNI.