Melkveehouders kunnen tot 20 procent meer gras (in droge stof) van hun land halen door te kiezen voor nieuwe rassen. Dat blijkt uit een uitzonderlijk grote vergelijkende rassenproef Italiaans raaigras, uitgevoerd door ILVO. Niet alleen de opbrengst is opvallend beter, het gras van nieuwe rassen is ook beter verteerbaar voor de koeien en beter bestand tegen extreme weersomstandigheden en roest.
In 2018 startte ILVO een proef waarin alle op de Belgische lijst geregistreerde rassen uitgezaaid en gedurende twee jaar geëvalueerd werden. In de grote proef werden 22 rassen met elkaar vergeleken. Ook twee populaire rassen van buitenlandse lijsten werden mee getest. Deze rassen worden vaak door Belgische landbouwers gezaaid, maar werden nooit eerder in België getest.
Alle 22 werden gescoord op opbrengst, persistentie, roestresistentie en verteerbaarheid. “Op alle vlakken scoren de nieuwere rassen beter dan de oudere. Bovendien doen de rassen van de buitenlandse lijst het op een aantal aspecten ook minder goed dan de rassen op onze lijst”, stelt rassenonderzoeker Joke Pannecoucque in een mededeling.
Samengevat trekken de ILVO-onderzoekers volgende conclusies uit de rassentabel
- Op jaarbasis brengen de nieuwste rassen 1,5 tot 2 ton droge stof per hectare meer op. Dit betekent dat enkel en alleen door de beste rassen te kiezen, een melkveehouder met een gemiddeld bedrijf (± 25 ha grasland) 2 ha minder grasland nodig heeft om de koeien op stal een hele winter van gras te voorzien.
- Meer kilo’s in de eerste snede. Veel melkveehouders zaaien Italiaans raaigras in het najaar om in het voorjaar één snede te maaien, en het gras vervolgens te vernietigen. Italiaans raaigras als soort is hier bijzonder geschikt voor. Het kan minder goed tegen beweiding en je kan het geen jaren laten aanliggen, maar het kent wel een snelle groei in het voorjaar. Toch zijn ook hier de verschillen tussen de rassen groot. De rassen die bovengemiddeld veel opbrengen in die eerste snede, zijn bijna allemaal jonger dan 10 jaar. Het gaat om een opbrengstverschil tot bijna 20%.
- De nieuwe rassen zijn persistenter, wat betekent dat minder kale plekken ontwikkelen in de zode, ook tijdens de afgelopen droge seizoenen. Nieuwe rassen vormen bovendien minder stengels in het jaar van zaaien, wat de kwaliteit en de verteerbaarheid van het geoogste gras ten goede komt. Tot slot zijn nieuwe rassen ook resistenter tegen roest, wat resulteert in een gezonder gewas.
- De twee geteste rassen van buitenlandse lijsten (Italiaanse en Poolse) doen het minder goed dan de rassen die wel op de Belgische rassenlijst staan. Joke Pannecoucque: “Hieruit kun je voorzichtig een les trekken: kies voor rassen op de Belgische rassenlijst, want die presteren zeker goed onder Belgische groeiomstandigheden.”
ILVO plant binnenkort eenzelfde uitzonderlijk grote rassenproef voor Engels raaigras. De nieuwe vergelijkende rassenlijst Italiaans raaigras (2020) is raadpleegbaar op www.ilvo.vlaanderen.be/rassenlijst.
Bron: ILVO persbericht – 17 augustus 2020