Zwavel speelt een belangrijke en zelfs noodzakelijke rol in de verhoging van de drogestofopbrengst en de kwaliteit van gras. Zwavel verbetert de opname van stikstof. Gras neemt beide elementen in een verhouding van 4:3 op. Voor 4 delen stikstof (N) zijn 3 delen zwavel (SO3) nodig. Door goede zwavelvoorziening is minder stikstof nodig voor een gelijke opbrengst of met een gelijke stikstofgift een hogere opbrengst. Met zwavel realiseert u een hogere stikstofefficiëntie.
Daarnaast is zwavel belangrijk voor het eiwitgehalte (RE) en dus de totale eiwitopbrengst. Ook beïnvloedt zwavel de samenstelling van het eiwit. Hierdoor komt het eiwit beter beschikbaar voor de koe. Dit is wederom een verhoging van de efficiëntie.
Hieronder wordt kort uitgelegd op welke manier zwavel opbrengst al kwaliteit beïnvloedt.
Zwavel en (financiële) opbrengst
Onderzoeken tonen aan dat zwavel consequent een positief effect op opbrengt en kwaliteit heeft. Dat levert het volgende resultaat:
- KAS-zwavel bemesting levert 600 kg meer drogestof per hectare op.
- KAS-zwavel bemesting geeft extra ruw eiwit van 108 kg per hectare.
- KAS-zwavel bemesting geeft 5% meer VEM-opbrengst.
Voor een melkveehouder betekent dit een winst van € 270 euro per hectare. De gedetailleerde berekening kunt u terugvinden op deze pagina.
Zwavel en eiwitkwaliteit
Zwavel in het gras is verder belangrijk voor de aminozuurvorming. U kunt dat zelf controleren door de S-index te bekijken op uw kuilanalyse. Deze dient rond de 100 te liggen. Is deze lager dan 92, dan is de eiwitbenutting niet optimaal. Daarnaast mist u waarschijnlijk opbrengst door een lagere stikstofefficiëntie bij de groei van het gras.
Methionine en cystine zijn belangrijke aminozuren. Deze horen tot de zogenoemde limiterende aminozuren en komen grotendeels via het voer naar binnen. Een tekort aan deze aminozuren maakt dat andere eiwitten minder worden benut. Door deze aminozuren te verhogen in het gras, treden er dus minder verliezen op. Koeien produceren optimaler melk en scheiden minder onbenutte eiwitten (stikstof) uit.
Zwaveltekort
Om bovenstaande resultaten te behalen, moet er wel voldoende zwavel beschikbaar zijn. Waar vroeger veel zwavel uit de lucht kwam vallen (depositie), is dat nu bepekt tot een paar kilogram per ha per jaar. De huidige depositie is allang niet meer toereikend voor de zwavelbehoefte van grasland (50 kg/ha/jaar). Dit komt doordat de industrie de laatste 40 jaar schoner is geworden. Daarom is gras bijna volledig afhankelijk van de bodemvoorraad, drijfmest en minerale meststoffen. Naast een gedaalde zwaveldepositie moet elk jaar de mineralisatie weer op gang komen. Pas in de tweede helft van het groeiseizoen komt er vanuit de bodem en organische mest voldoende zwavel beschikbaar voor een goede zwavelvoorziening. Voor een goede opbrengst en kwaliteit van de eerste en tweede snede is bemesten met zwavel dus noodzakelijk.
Hoe herkent u een zwaveltekort?
De symptomen van zwavelgebrek komen overeen met stikstofgebrek. Zwavelgebrek is het eerst zichtbaar op jong blad. Het blad is lichtgroen van kleur. De bladpunten kleuren lichtbruin tot wit en breken gedeeltelijk af. De plant krijgt een gedrongen uiterlijk.
Zwavel is in de juiste verhoudingen verwerkt in YaraBela® WEIDE-SULFAN en YaraBela SULFAN.