Zowel melk- en vleesvee als robuuste runderrassen in natuurgebieden hebben baat bij beschutting wanneer er buiten extreme gevoelstemperaturen heersen. Dat concludeert ILVO-UGent onderzoeksters Eva Van Laer uit haar doctoraatsstudie. Bij melkkoeien produceren 1 liter minder per dag.
Dit onderzoek biedt nieuwe inzichten ivm ‘thermisch comfort’ van runderen in een gematigd klimaat. Er is voortaan een grondig geteste methode voorhanden om hittestress bij runderen vast te stellen. Er zijn adviezen opgesteld om de mogelijke hittestress bij de dieren te beperken.
Eva Van Laer bestudeerde zowel het gedrag en comfort van Belgisch Wit Blauwe runderen, Holstein-melkkoeien als begrazingsrunderen in natuurgebieden. Bij die laatste steunen de resultaten op gegevens van GPS-halsbanden die tonen wanneer en waar de dieren exact beschutting zochten. Bij het melk- en vleesvee werden gedragsobservaties uitgevoerd (de mate van hijgen en kwijlen) en waren er fysiologische metingen van de lichaamstemperatuur, de melkproductie (enkel bij melkkoeien), de bloedwaarden. De gegevens werden gekruist met de gevoelstemperatuur buiten (volgens officiële weerstations).
Blijkt dat thermisch ongemak minder vaak en in mindere mate optreedt als de dikbillen en de melkkoeien in de schaduw kunnen. Bij melkkoeien is duidelijk te zien hoe bij toenemende hitte ook de lichaamstemperatuur stijgt en hoe het energiemetabolisme verandert. De Holstein-koeien vertonen onder extreme hitte tekenen van hyperventilatie en een licht verminderde melkgift. De daling in melkproductie is significant vanaf 26 graden bij windstille omstandigheden tot temperaturen boven de 30 graden. Een melkkoe produceert onder normale omstandigheden ongeveer 25,1 l/dag. Die productie daalt op de heetste dagen met 0,4 tot 1 liter per dag per koe. Deze daling is vrij beperkt te noemen. Maar opnieuw, de verlaging van melkproductie is, net als de tekenen van ongemak, minder sterk of zelfs afwezig bij toegang tot schaduw.
De hitte-ongemakken bij de vleesrunderen zijn wel degelijk te vermijden door schaduw aan te bieden. Ook bij de melkkoeien is aangetoond dat bomen, schuilhokken of commercieel beschikbare schaduwdoeken op de weide de ongemakken en de verminderde melkproductie tegengaan. Daarom worden die beschuttingsvormen aangeraden. Of de melkkoeien kunnen tijdelijk in de stal blijven.
In natuurgebieden schuilen runderen liever onder natuurlijke vegetatie dan in een schuilhok. Maar beschutting zoeken ze wel degelijk, bij hitte en bij vriesweer. In een natuurgebied met weinig natuurlijke beschutting en puur als een voorzorgsmaatregel kan een schuilhok wel nuttig zijn.
Eva Van Laer verdedigt haar doctoraatsonderzoek ‘Detection, consequences and prevention of thermal discomfort for cattle kept outdoors in Belgium’ op vrijdag 24 april 2015 om 17u30 in auditorium B van de Fac. Diergeneeskunde, Salisburylaan 133, Merelbeke.