Ook bij niet gespeende kalveren is de watervoorziening belangrijk. Indien niet vanaf de geboorte dienen kalveren water ter beschikking te hebben van zodra ze vast voedsel beginnen opnemen, om de pensfunctie op te starten.
Kalveren hebben een hoge waterbehoefte. Tijdens de eerste 5 levensweken bedraagt die 9-10 liter per dag, melk inclusief (rekening houdend met het feit dat melk voor 85% uit water bestaat). Dat betekent dat zelfs kalveren die extra veel melk krijgen (8 l / dag of meer) toegang tot drinkwater dienen te hebben. Van zodra de kalveren vast voedsel beginnen op te nemen, dient de waterbehoefte verhoogd te worden met 4 – 5 liter per kilogram opgenomen droge stof. Na spenen bedraagt de wateropname ron de 10-20 liter per dag. Kortom, kalveren moeten vanaf het prille begin toegang tot water hebben !
Water van voldoende kwaliteit. Voor het spenen dient met de kalveren als niet- of pré-ruminerend te beschouwen. Dat betekent dat de pensflora nog onvoldoende ontwikkeld is om te bufferen bij eventuele microbiologische besmettingen van het drinkwater. Voor het spenen is de waterkwaliteit dus uitermate belangrijk. Men raadt aan om aan nog niet herkauwende (monogastrische) kalveren water van humane drinkwaterkwaliteit te verschaffen, in een proper recipient dat dagelijks ververst wordt.
Voor een goede penswerking en de pensflora is water ook ontontbeerlijk. Vrije toegang tot veel water stimuleert bovendien de droge stof opname. Dus vroegtijdig water verschaffen draagt bij tot de ontwikkeling van de pens en haar flora, en zorgt daardoor voor een vlotte transitie bij het spenen.