Sinds 28 januari 2022 is de nieuwe Europese wetgeving rond diergeneesmiddelen van kracht. Preventief gebruik moet voortaan steeds verantwoord worden via het diergeneeskundig voorschrift. Dus na diagnose door een dierenarts.
Hoe dan ook kan dit nog slechts in uitzonderlijke gevallen, voor de toediening aan een individueel dier wanneer het risico op een infectie of een besmettelijke ziekte erg hoog is en de gevolgen waarschijnlijk ernstig zullen zijn.
Preventieve antibioticumbehandelingen voor grote groepen dieren zoals bijvoorbeeld de opstartbehandelingen bij gespeende biggen zijn niet meer mogelijk.
Toedienen antibiotica
Ook toediening van antibiotica aan een groep dieren waarbij bij één of meerdere dieren door de dierenarts een te behandelen infectie is vastgesteld, kan alleen bij gebrek aan andere passende alternatieve behandelingen en moet door de dierenarts gemotiveerd worden op het diergeneeskundig voorschrift.
Het is de taak van die dierenarts dit risico in te schatten, alsmede de duur ervan. En indien nodig die hoeveelheid antibioticum voor te schrijven of te verschaffen die noodzakelijk is om de risicoperiode te dekken.
Taak dierenarts
De informatie, instructies en de verantwoording die op het voorschrift van de dierenarts moeten staan, bij het voorschrijven van diergeneesmiddelen voor voedselproducerende dieren, wordt uitgebreid. De huidige toedienings- en verschaffingsdocumenten zullen aan deze nieuwe EU-wetgeving aangepast moeten worden. Ook de (elektronische) voorschriften voor gemedicineerde diervoeders zijn aangepast aan de nieuwe wetgeving.
Bekijk samen je dierenarts welke alternatieven en managementaanpassingen nodig zijn om zo tot een zo beperkt mogelijk gebruik van antibiotica te komen.
Tekst: FDL naar AMCRA, 7 februari 2022
Foto: Twan Wiermans