Op 24 mei 2023 heeft Marcel Heylen de fakkel als voorzitter bij DGZ doorgegeven. De melkveehouder uit Geel kijkt terug op een lange en rijk gevulde carrière. Wat de toekomst zal brengen, nu hij ook als actieve melkveehouder stopt, is nog onzeker. Reden genoeg voor een uitgebreid interview.
Onderwijzer in de stal
De voorzitter die de afgelopen twaalf jaar het bestuur van DGZ leidde, startte niet als veehouder maar als onderwijzer. “In de tijd dat ik studeerde, koos je nog niet zelf je studierichting. Het PMS zag in mij een goede loodgieter en mijn ouders stuurden me naar de technische school. Na mijn middelbaar onderwijs, begon ik aan de KU Leuven geschiedenis te studeren maar dat bleek omwille van mijn vooropleiding in het technisch onderwijs te hoog gegrepen. Zo kwam ik in de lerarenopleiding terecht en daarna in het onderwijs. Toen was er nog geen sprake van een lerarentekort maar waren er leerkrachten te veel. Een interim daar, een paar uur ginder, zo ging ik na mijn legerdienst van start.
De periodes dat ik geen opdrachten had, ging ik bij mijn moeder helpen. Zij had een klein melkveebedrijf. We molken de koeien in de zomer nog in de weide omdat we geen huiskavel hadden. In 1983 nam ik dan de beslissing om zelf te gaan boeren en een nieuwe stal te bouwen centraal in onze weidekavel. Ik was verplicht, om een vergunning te krijgen, een stal van zestig koeien te bouwen, ook al kon ik maar starten met zeventien dieren omwille van het melkquotum van 112.000 liter. Ik liet mijn ongenoegen daarover luid horen en kreeg al snel een zekere reputatie.
Een paar jaar later kwamen ze me vragen om secretaris van de veevereniging in de regio Geel te worden. Ze moeten gedacht hebben: een onderwijzer die zegt waar het op staat, dat is een goede combinatie. Daar is alles begonnen, al ging het er toen nog heel anders aan toe dan vandaag.”
Vergadercultuur vroeger
Dat de vergadercultuur in Vlaanderen de afgelopen 25 jaar sterk evolueerde, illustreert Marcel met een anekdote. “Ik was veertig toen ik in 1997 lid werd van de algemene vergadering, als vertegenwoordiger vanuit VRV, van wat toen nog het Provinciaal Verbond voor Veeziektenbestrijding Antwerpen was. Ik had er dan al tien jaar als secretaris van de veevereniging Kasterlee-Westerlo-Geel opzitten, was lid van de provinciale vergadering van VRV en stond bekend als iemand die opkwam voor zijn mening en de belangen van de boeren. Vergaderen ging toen nog gepaard met flessen cognac en jenever op de tafel, sigaren en thermossen koffie. Dat was toen de gewoonte. We hebben in al die jaren een serieuze professionalisering doorgemaakt, zoals je dat ook in andere organisaties ziet.”
Niet enkel de manier van vergaderen wijzigde, ook de organisatie zelf maakte een belangrijke evolutie door. “Van vijf provinciale verbonden evolueerden we naar één Vlaamse organisatie. Die samenvoeging heeft wel wat voeten in de aarde gehad en dat vind ik ook normaal. Elke vereniging had eigen gebouwen, eigen financiële middelen die afkomstig waren van de boeren, een eigen werking. Het duurt zijn tijd vooraleer je die allemaal samengevoegd hebt.
De start van DGZ
In 2003 was het zo ver en werd DGZ opgericht.” Marcel onderstreept dat de leden in DGZ geen vertegenwoordigers van landbouworganisaties zijn maar individuele boeren. Iedereen kan zich kandidaat stellen voor de vijftig zitjes in de algemene vergadering. Zolang iemand als veehouder actief blijft, kan hij of zij lid blijven van de algemene vergadering, tot je 67e. Een bestuursmandaat is echter beperkt tot zestien jaar en die termijn heeft Marcel er nu bijna opzitten.
Hij volgde in mei 2007 Marcel Van Dessel op in het bestuur. “Die zestien jaar zijn voorbijgevlogen. Als je eraan begint, lijkt dat nochtans een eeuwigheid.” Marcel hapte niet meteen toe toen hij gevraagd werd. “De vergaderingen werden toen nog op drie locaties gehouden en ik zag dit moeilijk te combineren met mijn werkzaamheden op de boerderij. Ik werkte toen nog met een visgraat melkstand en was de enige arbeidskracht in ons bedrijf. Een regelmatige trip naar Torhout was dus een probleem omdat ik dan al om 4 uur ’s morgens moest beginnen melken en pas ’s avonds rond half acht opnieuw thuis zou zijn.
Pietje precies op het gebied van melken, aldus Heylen
Op gebied van melken ben ik een pietje precies en die regeling voelde niet goed aan. We waren toen al wel aan het bekijken of we een nieuwe melkinstallatie konden plaatsen. De stal stond er van 1984. We waren overgeschakeld van MRIJ-koeien met een kruishoogte van 1,33m naar Holstein-koeien die toch gemakkelijk 1,48m halen. De melkstal werd dus letterlijk te klein.
De omschakeling naar een robot, één van de eerste Lely A3’s in België, kwam op het ideale moment. Hierdoor kon ik ook het mandaat in het bestuur opnemen.” Een paar jaar later, in 2010, werd Marcel bestuurder namens DGZ in MCC want ook daar wijzigden de structuur en de activiteiten. De laboactiviteiten van MCC waren al enkele jaren gevestigd in de gebouwen van DGZ in Lier. Dit kaderde in een centralisatie van de laboactiviteiten: alle dierlijke analyses zoals autopsies, bloed- en mestanalyses gebeuren in het DGZ-labo in Torhout, alles wat melk aangaat bij MCC in Lier.
Voorzitterschap
In 2011 vroegen de andere leden van het bestuur hem om de rol van voorzitter op te nemen in opvolging van Lambert Janssen. Zoals steeds overwoog Marcel voor en tegen en besliste uiteindelijk om het voorzitterschap op zich te nemen. Op dat moment telde zijn bedrijf zo’n 55 melkkoeien. “Het was toch even schrikken hoeveel tijd zo’n voorzitterschap vraagt,” geeft Marcel toe. “In die jaren waren we nog in volle reorganisatie en werkte ik toch gemakkelijk twee dagen per week voor DGZ.”
Stap voor stap
De eerste punten die Marcel in zijn rol als nieuwe voorzitter agendeerde, waren de activatie van de adviescommissies en het lot van de drie DGZ-vestigingen. De sluiting van de vestiging in Drongen was het gevolg. In 2012 werden de gesprekken tussen DGZ en MCC opgestart om te bekijken of beide organisaties meer konden samenwerken. “Voor mij was dat een logische stap. Het aantal melkveehouders nam af. Beide organisaties hadden een administratieve structuur waar samenwerking volgens mij zeker mogelijk was.” Marcel werd voorzitter van de stuurgroep die de samenwerking moest uitwerken.
De gebouwen in Torhout en Lier werden volledig gemoderniseerd en in 2017 feestelijk geopend. Toch verliepen de samenwerkingsgesprekken eerder moeizaam. Toen bij MCC in 2017 de directeur met pensioen ging, greep Marcel die situatie aan om de samenwerking tot stand te brengen. Deze werd door de algemene vergaderingen van MCC en DGZ unaniem goedgekeurd; Vivee was geboren.
Stelselmatig werden alle activiteiten in de nieuwe organisatie ondergebracht. Marcel werd ook voorzitter van de raad van bestuur van Vivee. In 2020 werd het management van DGZ en MCC samengevoegd. Marcel is terecht fier dat deze integratie en samenvoeging gelukt is.
Met spijt in het hart
Als voorzitter is Marcel iemand die weloverwogen beslissingen neemt en niet vies is van een compromis. Zo waren er bij de opstart van Vivee achttien bestuurders bij DGZ, omdat er statutair bepaald is dat een bestuurder van Vivee ook bestuurder bij DGZ moet zijn, maar om goed te kunnen functioneren als bestuur is dit te veel. De consensus was een bestuur van 12 personen. Het voorstel om actief bestuurders te schrappen, werd op Marcels initiatief omgezet naar een natuurlijke afvloeiing. “Die achttien bestuurders waren allemaal even geëngageerd en gemotiveerd. Waarom dan onrust in de organisatie brengen door actief leden te schrappen? Het menselijke is ook belangrijk. Dat voorstel lag in 2019 op tafel en nu, vier jaar later, komen we door natuurlijke afvloeiing bij het einde van mijn mandaat uit op twaalf bestuurders. Ik laat met het volste vertrouwen het bestuur in handen van deze mensen. Zij denken echt als bestuur. Vroeger waren we veel meer gefragmenteerd per sector en regio.”
Moeilijke beslissing
Marcel blijft als een spraakwaterval de ene na de andere anekdote uit zijn mouw schudden. Een vat vol herinneringen, ervaring en passie. Hij geeft toe dat hij het moeilijk heeft met de beslissing om te stoppen als voorzitter. “Ik loop tegen alle grenzen aan: ik word 67 jaar en dat is de maximumleeftijd die in de statuten bepaald werd. Ik ben zestien jaar bestuurder. Ook dat is een harde grens die we bepaald hebben om voldoende verjonging te garanderen. Toch voelt het vreemd aan. Al 26 jaar ben ik hier actief, dat is een belangrijk deel van mijn leven. Je bent er ook constant mee bezig. Dat kruipt onder je huid. In die zestien jaar als bestuurder miste ik geen enkele vergadering. Als ik terugkijk, verbaast het me hoeveel impact je als voorzitter van DGZ kan hebben. Dat is iets om trots op te zijn. Het is dus met spijt in het hart dat ik afscheid neem.”
Stoppen met melkveebedrijf
In de zomer van 2023 zullen ook de melkkoeien van zijn bedrijf verdwijnen. Marcel heeft geen opvolging. Het gaat niet enkel om de dieren an sich. Marcel is ook een fervent fokker. “Ik won in 2005 de dairy management-award voor beste fokbedrijf. Via eigen fokkerij, gestart met de koeien van mijn ouders, leverden we toch mooie prestaties: 8 koeien met een levensproductie van meer dan 100.000 liter, twee sterkoeien, jaren in de top vijf van de hoogste producties in Vlaanderen. We waren bij de pioniers in Vlaanderen voor hoornloze koeien. Dat bewijst toch dat ik altijd vanuit de veehouderijpraktijk kon bewijzen dat je met gezonde dieren het verst geraakt.”
Eén van de verwezenlijkingen waar Marcel het meest trots op is, is het samengaan van DGZ en MCC en de oprichting van Vivee.
Tekst: Hilde De Wachter
Beeld: Marcel Heylen en HDW
Je hebt zojuist een deel van een artikel uit het vakblad Melkveebedrijf gelezen. Meer van dit, thuis op de mat?