Volgens de jongste berekening van Wageningen (WUR) bedraagt de kVEM-prijs 20,2 cent. De DVE-toeslag staat momenteel op 59,5 eurocent.
De energierijke producten, zowel de zetmeelhoudende als niet-zetmeelhoudende zijn duur. Deze producten zijn afgelopen maanden +/- 30 à 40 euro per ton duurder geworden. Dit door de slechte Europese oogst.
- De droge bietenpulpprijzen liggen boven de 100 procent van de voederwaardeprijs;
 - De tarwe- en gerstprijzen zijn rond de 90 procent van de voederwaardeprijs geprijsd;
 - Maismeel is het interessantste zetmeelrijke product met 71 procent van de voederwaardeprijs.
 
Eiwitrijke producten
- Sojaschroot blijft gunstig geprijsd. Dagprijzen rondom 315 euro per ton zijn laag t.o.v. afgelopen maanden.
 - Daartegenover is raapzaadschroot duur. Dit is een gevolg van:
- De grote vraag naar GMO-vrije melk; wat betekent dat soja in het rantsoen door raap vervangen wordt;
 - De lage waterstanden van de rivieren, waardoor de boten niet met volle vrachten kunnen varen;
 - Sojabonen zijn goedkoop, dus crushers gebruiken liever sojabonen dan raap om het vet uit te persen.
 
 
Natte bijproducten
- Deze zijn duur door een beperkt aanbod in combinatie met een grote vraag, een gevolg van slechte ruwvoeroogst.
 - Interessante producten zijn de aardappelstoomschillen en de tarwegist. Hiervoor dien je wel aangepaste opslag te hebben.
 - Ook de perspulp is interessant geprijsd. De beschikbaarheid is echter een vraagteken.
 
Voor de volledige berekening klik Saldo-actua oktober 2018
Bron: Niels Achten (Liba) in Melkveebedrijf november 2018
 




