Dierenarts Anneleen De Visscher verdedigt op 5 februari om 16 uur aan de Faculteit Diergeneeskunde, UGent in het kliniekauditorium A haar doctoraatsstudie met als titel: ‘Ecologie en epidemiologie van boviene coagulase-negatieve Staphylococcus species’.
Mastitis of uierontsteking blijft wereldwijd de duurste ziekte bij melkvee. In Vlaanderen, net als in vele andere landen, zijn vandaag de coagulase-negatieve stafylokokken of CNS, algemeen gezien als zogenaamde ‘minor pathogenen’, de belangrijkste oorzaak van subklinische mastitis bij melkkoeien. Eerder onderzoek bracht aan het licht dat CNS geen homogene groep kiemen vormen en dat soortspecifieke studies noodzakelijk zijn.
Via uitgebreide veldstudies op Vlaamse melkveebedrijven werd binnen deze doctoraatsstudie het voorkomen van verschillende CNS-soorten in meerdere habitats, waaronder speentoppen, melk, speenbekers en tankmelk, in kaart gebracht. Aanvullend werden, en dat voor het eerst, per CNS-soort factoren geïdentificeerd die het voorkomen in deze habitats (deels) verklaren. Ook het belang van intramammaire CNS-infecties voor de uiergezondheid werd grondig bestudeerd.
Staphylococcus chromogenes is de meest voorkomende CNS-soort en wordt het vaakst aangetroffen op speentoppen van melkkoeien en vaarzen vóór afkalven. Ook uit kwartiermelkmonsters van pasgekalfde dieren wordt deze soort het vaakst geïsoleerd. Staphylococcus equorum, S. haemolyticus en S. epidermidis zijn de meest voorkomende soorten in tankmelk. Kwartieren met speentoppen die vóór afkalven gekoloniseerd zijn door S. chromogenes zijn vaker geïnfecteerd met diezelfde soort. Het celgetal van de kwartieren geïnfecteerd met S. chromogenes, S. simulans en S. xylosus is bovendien hoger dan van niet-geïnfecteerde kwartieren of van kwartieren die geïnfecteerd zijn met een andere CNS-soort.
Anneleen De Visscher, op 19 maart 1986 geboren te Lokeren, studeerde in 2010 af als dierenarts. Ze startte ze bij het M en de Onderzoekseenheid mastitis en melkkwaliteit -team een doctoraatsstudie die na het behalen van een specialisatiebeurs in januari 2012 gefinancierd werd door het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (IWT).