DGZ kreeg de afgelopen maand januari 2017 meerdere geaborteerde lammeren en één kalf met misvormingen typisch voor een besmetting met het schmallenbergvirus aangeboden op autopsie. De foetussen – afkomstig van bedrijven verspreid over heel Vlaanderen – werden onderzocht binnen het abortusprotocol en testten allen positief voor het virus.
DGZ vraagt alle dierenartsen en veehouders daarom om verdenkingen te melden en om stalen van verdachte gevallen te bezorgen voor verder onderzoek, aan de hand van het abortusprotocol. Dat voorziet naast de officiële en verplichte onderzoeken op brucellose – het opsporen van de meest gangbare infectieuze oorzaken van abortus.
Ter herinnering: in oktober 2016 werd er een besmetting met het schmallenbergvirus bevestigd op een rundveebedrijf in de provincie Oost-Vlaanderen. Ook bij een schaap werden de typische afwijkingen opgemerkt hoewel de analyses (PCR-test) geen schmallenbergvirus of blauwtongvirus aantoonden.
En in november kreeg DGZ 11 geaborteerde kalveren met letsels typisch voor een schmallenbergbesmetting aangeboden op autopsie. Toch kon het virus uit geen enkel van deze gevallen geïsoleerd worden. In bloedstalen van de meeste moederdieren van de misvormde kalveren werden wel antistoffen tegen het schmallenbergvirus gevonden. Dit bevestigde het vermoeden dat een besmetting van de moederdieren met het schmallenbergvirus tijdens de dracht oorzaak was van de misvormingen bij de geaborteerde kalveren.
Bron: DGZ – 24 januari 2017