Landbouweconomen hebben langlopende productiecijfers van alle Vlaamse melkveebedrijven naast opgetekende weersfenomenen gelegd om de economische schade door hitte in kaart te brengen. Hitte kan een duidelijk negatieve invloed hebben op de hoeveelheid melk die koeien geven, en op de melksamenstelling, zo blijkt.
“Er is sprake van becijferbare economische schade die kan oplopen tot 1500 euro en meer per maand per bedrijf”, zegt ILVO-landbouweconoom Erwin Wauters. “Het effect van hete, drukkende zomerdagen op de koe en haar melkproductie verloopt niet lineair. Een duidelijke knik naar zwaardere economische schade ligt op 76 punten van de zogenaamde THI-schaal (Temperature Humidity Index).”
Temperature Humidity Index
ILVO werkte voor deze studie samen met de Agricultural Economics and Policy Group van ETH Zurich (Zwitserland). “We weten nu vanaf welke hitteduur en -ernst er opbrengstverliezen optreden, en tot op welk hittepunt de melkveehouders met de huidige anti-hittestresstechnieken het risico op negatieve effecten kunnen beheersen of beperken.”
De onderzoekers lieten hun berekeningen los op bijna 180.000 unieke maandcijfers over melkkwantiteit en -kwaliteit op boerderijniveau, van alle melkveebedrijven in Vlaanderen gedurende 6 jaar (N = 178.843; jaren 2009-2015). Deze dataset over zuivelproductie werd gematcht met weersgegevens met hoge resolutie, meer bepaald met de zogenaamde Temperature Humidity Index (THI). Sommige resultaten nuanceren vaststellingen uit kleinschaliger experimenteel hitteonderzoek.
1500 euro per bedrijf per maand opbrengstderving door hitte
Warmteschokken (plotse warme en vochtige omstandigheden) leiden bij de koe tot een afname van de melkhoeveelheid en het eiwitgehalte. Het gehalte aan melkvet lijkt niet of nauwelijks beïnvloed te zijn. Dat het melkvet niet beïnvloed wordt door hitte, en zelfs eerder toeneemt boven een bepaalde hittedrempel, is in tegenspraak met eerder experimenteel werk, en het toont dat er minstens op deze indicator langer weerwerk tegen de hitte-effecten wordt geboden.
De vastgestelde effecten zijn van aanzienlijk economisch belang. In de maand met de meest extreme THI-waarden verliest een gemiddeld bedrijf bijna vijf procent aan melkproductie. Voor een gemiddeld bedrijf en een gemiddelde prijs van 30 eurocent per liter komt dit neer op een verlies van 440 euro voor die maand, voor de vijf procent ergst getroffen bedrijven in die maand is dat meer dan 1500 euro. Deze economische impact houdt nog geen rekening met eventuele gestegen kosten in die periode.
Aantal hittegolven per jaar neemt toe
In de jongste jaren neemt het aantal hittegolven per jaar toe. Uit een simulatieberekening concluderen de onderzoekers dat elke extra dag met een THI van 85 (wat bijvoorbeeld overeenkomt met een temperatuur van 33 graden Celsius en een relatieve luchtvochtigheid van 65 procent) op een gemiddeld melkveebedrijf en aan een gemiddelde melkprijs tot een omzetverlies van 500 euro kan leiden.
Vanaf wanneer is hitte schadelijk?
De kritische THI-drempel (Temperature Humidity Index) waarboven blootstelling leidt tot scherpe verminderingen van melkhoeveelheid en melkeiwitgehaltes ligt over het algemeen hoger dan eerdere experimentele studies suggereren. Duidelijk is (zie grafiek) dat er boven een THI van 76 een steile daling van de melkparameters (met uitzondering van het vetgehalte) optreedt.
Boeren kunnen de hittestress bij hun koeien, en de negatieve gevolgen van warmteschokken in de stal of op de weide succesvol verminderen via anti-hitte maatregelen, zij het slechts gedeeltelijk. Mogelijke strategieën zijn bijvoorbeeld ventilatie, waterverneveling in de stal, voorzien in genoeg drinkwater op een optimale temperatuur, beweiding op de koelste momenten van het etmaal of aanpassingen aan de melkveestapel. Erwin Wauters (ILVO): “We zien dat er een THI-grens is waarboven de anti-hittestress maatregelen niet meer in staat zijn om de opbrengstverliezen te neutraliseren.”
Toekomst maatregelen tegen hittestress
Over de gehele onderzochte periode waarin data beschikbaar was, namelijk 2009-2015, was de economische impact nog enigszins beperkt, doordat zeer hoge THI-waarden nog niet zo frequent voorkwamen. Het economisch belang van hittestress op melkveebedrijven is echter aanzienlijk en groeit nog steeds, door het toenemen van de klimaatverandering. In de recentere periode zijn dagen met hoge THI-waarden veel frequenter geweest.
De dataset van deze studie maakte het niet mogelijk om de al dan niet aanwezige anti-hittestress maatregelen en strategieën bij de afzonderlijke boeren te evalueren op hun economische efficiëntie. Meer onderzoek naar de anti-hittestress maatregelen bij melkvee en hun kosten – batenbalans zijn nuttig en nodig.
De hier geïdentificeerde effecten zijn relevant voor de zuivelindustrie, omdat hittegolven die meestal in de hele regio voorkomen, kunnen leiden tot aanzienlijke schommelingen in de melkkwantiteit en -kwaliteit. Ook voor het beleid is het goed om te weten in welke mate het landbouwbedrijf te ondersteunen is (bijvoorbeeld door voorlichting en financiële steun) en welke andere instrumenten voor risicobeheer (bijvoorbeeld het afsluiten van weersverzekeringen) zinvol zijn.
Dit soort onderzoek toont tot slot de waarde van het gebruik van data uit de praktijk als aanvulling op experimentele gegevens, aangezien studies onder experimentele omstandigheden geen rekening houden met eventuele aanpassingen die de boer doet.
Bron: ILVO
Tekst: Annelies Debergh