Vandaag heeft al 63 procent van alle Vlaamse rundveebeslagen (ruim 8.800 beslagen) een statuut I2D, I3 of I4. Dit is een resultaat waar we als sector terecht trots op kunnen zijn. Toch zijn er nog heel wat beslagen die kunnen doorgroeien naar een hoger statuut. Daarom schakelt het bestrijdingsprogramma in 2018 een versnelling hoger.
Vanaf 1 januari 2018:
- Een bedrijf met het I2-statuut kan enkel nog dieren verkopen aan een ander I2-bedrijf of een gespecialiseerd afmestbedrijf, dus niet meer aan een bedrijf met het statuut I3 of I4.
- Bij aankoop van dieren moet elk aangekocht dier minstens één aankooponderzoek ondergaan. Deze verplichting geldt voor alle bedrijven, dus zowel I2 (nieuw), I3 als I4.
- Test een dier positief voor IBR gE-antistoffen, dan kan het alleen nog worden afgevoerd naar een slachthuis of een gespecialiseerd afmestbedrijf. Het rund krijgt het dierstatuut ‘IBR-drager’.
Uiterlijk op 1 juli 2018 moeten alle I2-bedrijven ook een volledige bedrijfsscreening uitgevoerd hebben. Het doel van deze screening is om systematisch alle IBR-dragers op te sporen.
Meer bepaald moeten volgende dieren bemonsterd worden:
- Alle dieren die ouder zijn dan 12 maanden;
- Dieren jonger dan 12 maanden die niet geboren zijn op het beslag;
- Ook de dieren jonger dan 12 maanden die geboren zijn op het beslag indien deze groep meer dan 50% van de totale bezetting op het beslag uitmaakt.
De ‘bemonsteringslijst screening IBR gE/gB’ kan opgevraagd worden via Veeportaal.
Noteer tevens dat er dit najaar, naast de beslagstatuten, ook IBR-dierstatuten zullen worden toegekend. Dieren die positief testen op gE-antistoffen voor IBR zullen aangeduid worden als ‘IBR-drager’.
Hebt u nog vragen over IBR? Neem dan contact op met ofwel uw dierenarts, ofwel de DGZ-helpdesk op tel. 078.05.05.23 of via helpdesk@dgz.be.
Bron: DGZ – 21 september 2017