De NVI (Nederlands-Vlaamse Index) voor melkdoel en dubbeldoel wordt vanaf komende maand aangepast. In de aangepaste index legt CRV ten opzichte van de index uit 2018 meer nadruk op gezondheidskenmerken en minder op productie. Ook wordt iets minder de nadruk gelegd op beenwerk, geboortekenmerken en vleesindex.
De aanpassing in de NVI komt voort uit de resultaten van een enquête onder melkveehouders. Daarnaast houdt CRV rekening met wensen die uit de maatschappij voortkomen, zoals vermindering van kalversterfte, stikstofemissie, kringlooplandbouw en hoornloosheid.
Melkdoel: meer aandacht voor uiergezondheid en klauwen
Het versterkte accent op gezondheidskenmerken is met name te zien in de vergrootte aandacht voor uiergezondheid (van elf procent naar dertien procent) en op klauwgezondheid (van zes naar zeven procent). Beenwerk telt fors minder mee (zes procent in plaats van negen procent in 2018). Uier als exterieurkenmerk krijgt er een procent bij: vijf procent in plaats van vier in 2018). In de nieuwe index is minder aandacht voor melkproductie. Het kenmerk Inet krijgt 28 procent ten opzichte van 31 procent in 2018. Besparing voerkosten wordt daarentegen belangrijker gevonden: negen procent ten opzichte van vijf procent in 2018. Dit komt vooral voort uit de vraag naar een melkproductie die het milieu nog minder belast.
Geen grote verschuivingen in dubbeldoel
In de NVI-index voor dubbeldoel leveren beenwerk, uier en geboorte-index ieder een procent in, terwijl vruchtbaarheid en uiergezondheid ieder iets meer aandacht krijgen. De Inet wordt een procent minder hoog gewaardeerd.
Exterieurkenmerken melkdoel
In de nieuwe index is het kenmerk Frame aangepast. Koeien worden beloond als de hoogtemaat, de voorhand en de inhoud in verhouding zijn. Dit omdat veehouders iets meer inhoud en voorhand willen hebben. De aanpassing zorgt ervoor dat koeien minder snel groot worden, maar eerder breder en dieper. Daarbij worden zowel té oplopende als té hellende kruizen afgeschaft. Bij de uiers leggen ze minder de nadruk op uierdiepte en meer nadruk op vooruieraanhechting en achteruierhoogte. Dit laatste zorgt ervoor dat de uiers voor en achter goed aangehecht zijn, ondanks de lagere nadruk op uierdiepte.
Hoornloosheid
In de enquête die onder melkveehouders is gehouden, scoorde hoornloosheid niet hoog. Toch is het een actueel onderwerp in de politiek. Dat maakt dat dit kenmerk op termijn belangrijker kan worden voor melkveehouders. Om hoornloze stieren makkelijker te kunnen vinden en selecteren, maakt het stamboek hiervan een aparte perspublicatie. Op dit moment moeten fokkers deze stieren nog uit een lange lijst halen.
Fokwaardeschatting klauwgezondheid aangescherpt
CRV heeft de fokwaardeschatting voor klauwgezondheid aangescherpt. Dit om beter gebruik te maken van data van veehouders en in het kader van een internationaal harmonisatieproject. Eerder zijn hierin koeien meegenomen die op dezelfde dag zijn bekapt. Nu gaat het om resultaten over een heel jaar. Tussentijdse bekappingen tellen dus ook mee en aandoeningen die binnen vier maanden terugkomen zijn samengevoegd. Er is ook onderscheid gemaakt tussen vaarzen, tweedekalfs koeien en oudere koeien. De aanpassingen zorgen samen voor circa vijf procent meer data in de fokwaardeschatting wat volgens CRV neerkomt op een drie procent betere betrouwbaarheid van de klauwgezondheidsindex.
Tekst: Gerben Hofman