De staalnameperiode van het huidige werkjaar van het paratuberculose-programma is afgelopen. Bedrijven waar de monitoring seropositieve dieren aan het licht bracht en die deze dieren vóór 31 mei ruimen (slachthuis of Rendac) kunnen genieten van een financiële tussenkomst van het Sanitair Fonds. Seropositieve dieren mogen in geen geval naar een ander beslag. Dat herhaalt DGZ in zijn jongste nieuwsbrief voor rundveehouders.
Seropositieve dieren verspreiden immers paratuberculose-ziektekiemen via de mest, biest en melk en vormen zo een gevaar voor het hele bedrijf. Besmette dieren zonder symptomen verspreiden de kiemen intermitterend. Hoe ouder het dier, hoe groter de kans op uitscheiding. Zieke dieren daarentegen scheiden continu ziektekiemen uit en vormen een permanente bron van infectie.
Om de bioveiligheid op een bedrijf te verbeteren worden seropositieve dieren daarom best zo snel mogelijk geruimd (rechtstreekse afvoer naar het slachthuis of euthanasie).
Vooral jonge dieren zijn gevoelig voor een infectie met paratuberculose. Het verhogen van de interne bioveiligheid heeft dan ook als belangrijk doel de spreiding van de infectie naar deze groep dieren te verhinderen.
De aanpak is specifiek naargelang de leeftijd van de dieren. Uw dierenarts kan u hierbij begeleiden.
Klik voor meer informatie over het paratuberculose-programma op onderstaande link
Paratuberculose-programma voor melkveehouders
Bron: DGZ nieuwsbrief – 12 mei 2017