DGZ herinnert er aan dat dit werkjaar elk rund met een serologisch positief resultaat voor paratuberculose bijkomend onderzocht mag worden via een PCR-test op een mestmonster. Tot nu toe kon dit enkel voor de kandidaat A-bedrijven.
Tijdens het vorige werkjaar konden rundveehouders met een positief antistofonderzoek uitzonderlijk een eenmalig bijkomend serologisch onderzoek laten uitvoeren. Dit werkjaar is dat niet het geval. Wat nu wel kan is dat alle runderen die een positief resultaat hebben na een ELISA-onderzoek bijkomend onderzocht mogen worden via een PCR-test op een mestmonster. Let wel: het mestmonster mag alleen afgenomen worden door de dierenarts en moet geïdentificeerd worden met het volledig werknummer (inclusief landcode).
Resultaat en gevolgen
Niet gedetecteerd: het betreffende rund scheidt op het moment van de bemonstering nog geen ziektekiemen uit via de mest en wordt daarom voor het lopende werkjaar vrijgesteld van opruiming.
Gedetecteerd: het betreffende rund scheidt op het moment van de bemonstering ziektekiemen uit via de mest en is besmettelijk voor andere dieren en de omgeving. Het rund wordt niet vrijgesteld van opruiming.
Twijfelachtig: het resultaat kan niet beoordeeld worden, er kan geen uitspraak gedaan worden over de uitscheiding van ziektekiemen. Het rund wordt beschouwd als een ‘attentiedier’ en is niet vrijgesteld van opruiming.
Bedrijven die reeds bij drie of meer opeenvolgende screenings een volledig negatief resultaat behaalden kunnen rekenen op extra financiële ondersteuning. Voor deze bedrijven voorziet het Sanitair Fonds voor elk rund met een positieve serologische test, een tussenkomst voor PCR-analyse op mest van € 30 (incl. BTW), en dit vanaf 1 november 2020.
Bron: naar DGZ-nieuwsbrief – 12 november 2020