Het nationale BVD-programma start op 1 januari 2015. In dit artikel maakt DGZ duidelijk welke voorzorgen u moet nemen wanneer u een IPI-kalf aantreft op uw bedrijf en hoe het zit met de financiële tegemoetkoming vanuit het Sanitair Fonds.
Wat moet u doen indien u een IPI-kalf aantreft op uw bedrijf?
Vanaf 2015 dient elk pasgeboren kalf op BVD-virus onderzocht te worden. Bij een positief resultaat wordt aan het kalf het statuut ‘IPI’ (= immunotolerant, persistent geïnfecteerd) toegekend. Een IPI-kalf verspreidt het BVD-virus levenslang in grote hoeveelheden. Om verdere verspreiding naar andere bedrijven te voorkomen, mogen IPI-dieren niet meer in de handel gebracht worden en ook niet meer op de weide geplaatst worden.
Hebt u op het bedrijf een kalf dat positief test voor BVD-antigeenonderzoek, m.a.w. een IPI, neem dan steeds contact op met uw bedrijfsdierenarts om dit resultaat te bespreken. Hij of zij kan samen met u het best inschatten of er op het bedrijf BVD circuleert en of er nog meer IPI-dieren kunnen zijn op het bedrijf. Op die manier kan een gezamenlijk plan van aanpak opgesteld worden en kunnen de nodige maatregelen op het vlak van bioveiligheid genomen worden.
DGZ en alle andere betrokken partijen adviseren om IPI-dieren onmiddellijk te verwijderen. Voor jonge kalveren betekent dit automatisch euthanasie, terwijl oudere IPI’s nog rechtstreeks naar het slachthuis kunnen worden afgevoerd. Via het Sanitair Fonds is er een tussenkomst voorzien voor de euthanasiekost van IPI-kalveren onder de nieuwgeborenen (zie verder).
Indien er een IPI-kalf op een bedrijf wordt aangetroffen, dan krijgt de moeder van dit kalf automatisch het BVD-statuut ‘IPI-verdacht’. Deze toekenning gebeurt op basis van de gegevens van de geboorteregistraties in Sanitel. Een rund met het statuut IPI-verdacht kan niet in de handel gebracht worden. Enkel rechtstreekse afvoer naar het slachthuis is dan toegestaan. Dit moederdier dient vervolgens binnen de week door de bedrijfsdierenarts bemonsterd te worden. Dit staal wordt in het labo onderzocht op BVD-virus. Ook voor het onderzoek van het moederdier voorziet het Sanitair Fonds een financiële tussenkomst (zie verder).
Bij een positief resultaat verwerft het moederdier het ‘IPI’-statuut. Bij een negatief resultaat verwerft het rund een ‘IPI-vrij’ statuut en kan het dier terug in de handel terechtkomen.
Welke financiële ondersteuning voorziet het Sanitair Fonds binnen het BVD-bestrijdingsprogramma?
Samengevat voorziet het Sanitair Fonds sinds 1 oktober 2014 een financiële tegemoetkoming op drie terreinen:
-
Er is een tussenkomst van 1,40 euro (incl. btw) in de portkosten voor elke verzending per post van BVD-oorweefselstalen naar een erkend laboratorium voor BVD-onderzoeken. Deze tussenkomst zal op het einde van 2014 automatisch uitbetaald worden aan de veehouders. DGZ benadrukt dat de enveloppen nog steeds voldoende gefrankeerd moeten worden, nl. met een postzegel van waarde 2 of twee postzegels van waarde 1.
-
Daarnaast voorziet het Sanitair Fonds een tussenkomst in het kader van het onderzoek van het moederdier van een IPI-kalf. Voor het bezoek van de (vervangende) bedrijfsdierenarts, de staalname en het onderzoek van het bloedstaal van dit IPI-verdachte dier is er namelijk een tussenkomst van 34,62 euro (incl. btw). Om in aanmerking te komen voor deze financiële ondersteuning dient het bloedstaal van het moederdier aan het labo aangeboden te worden met een specifiek aanvraagformulier.
-
Indien de (vervangende) bedrijfsdierenarts tijdens datzelfde bedrijfsbezoek het IPI-kalf euthanaseert, is er een tussenkomst vanuit het Sanitair Fonds van 10 euro (incl. btw) in de kosten voor euthanasie. Deze tussenkomst is enkel voorzien wanneer de euthanasie wordt uitgevoerd op hetzelfde ogenblik als bovenstaand bedrijfsbezoek en mits de bedrijfsdierenarts (of plaatsvervanger) een verklaring noteert op hetzelfde aanvraagformulier.
De uitbetaling van de tussenkomst voor het onderzoek van een moederdier en de euthanasie van een IPI-kalf gebeurt rechtstreeks door aftrek van de respectievelijke bedragen op uw volgende DGZ-factuur.
Met vragen over BVD en het bestrijdingsprogramma kunt u steeds terecht bij DGZ via tel. 078.05.05.23 of via helpdesk@dgz.be.