Half april 2020 hebben zowat 11.120 Vlaamse rundveebedrijven het IBR-vrije statuut gekregen (I3 of I4) wat overeenkomt met meer dan 92 procent van alle rundveebedrijven. Zoveel blijkt uit de jongste update van DGZ ter zake.
Op 15 april 2020 hadden meer dan 92 procent van alle Vlaamse rundveebedrijven het statuut I3 of I4 verworven. Nog iets meer dan 7 procent bedrijven met een I2-statuut blijven over, wat neerkomt op 858 bedrijven. Op dierniveau behoort meer dan 90 procent van alle Vlaamse runderen tot bedrijven die vrij zijn van IBR. Als kanttekening houdt dit wel in dat nog meer dan 9 procent van alle runderen – dat zijn 105.165 dieren – aanwezig is op één van de resterende I2-bedrijven. Dit betekent dat er onder deze I2-bedrijven nog een aantal grote bedrijven zijn met veel dieren.
Opsporen van IBR-dragers
In de afgelopen screeningcampagnes werden op de resterende I2-bedrijven sedert 2017 in totaal nog 36.871 IBR-drager-dieren teruggevonden op 1.993 I2-bedrijven. Op 15 april 2020 waren er van al deze dragers nog 12.705 dieren in leven verdeeld over 420 I2-bedrijven. Enerzijds houdt dit in dat van de 858 I2-bedrijven die er dit jaar nog zijn, er 438 vlot kunnen doorgroeien naar I3 en hier ook aan werken. Anderzijds ziet DGZ dat er op 175 I2-bedrijven van de 420 bedrijven waar nog dragers zijn, meer dan 10 IBR-dragerdieren aanwezig zijn. Deze ‘probleembedrijven’ krijgen de verdere ondersteuning en begeleiding die nodig zijn om de verdere stappen te zetten richting IBR-vrij statuut.
Blijf alert
Sedert de aanvang van 2020 tot 9 april 2020 hebben 25 bedrijven hun IBR-vrije status verloren. Op 21 ervan ging het om herinsleep van het virus. Ook in 2019 was dat op 33 bedrijven van de in totaal 59 bedrijven met statuutverlaging het geval. Op meer dan 80 procent van deze bedrijven heeft herinsleep van het virus te maken met onveilige aankoop van dieren.
De belangrijkste aandachtspunten blijven: let op met de aankoop van dieren en beperk aankoop, pas quarantaine en andere bioveiligheidsmaatregelen correct toe en voer zowel een eerste als een tweede aankooponderzoek uit. Voorop in het voorkomen van (her)insleep staat bioveiligheid.
Toch raadt DGZ vrijwillige vaccinatie op sommige risicobedrijven aan, altijd in overleg met de veehouder en de bedrijfsdierenarts én na een grondige risicoanalyse. Vaccinatie kan immers de gevolgen van een IBR-(her)insleep zeker helpen beperken.
Meer weten?
Contacteer uw bedrijfsdierenarts om een plan van aanpak op te stellen of de helpdesk van DGZ op tel. 078 05 0523 of e-mail: helpdesk@dgz.be.
Bron: naar Koen De Bleecker – DGZ 24 april 2020