Fedagrim, de vereniging van constructeurs en importeurs van uitrusting voor de landbouw, de tuinbouw, de veeteelt en de tuin in België, pleitte op haar eerste Staten-Generaal voor een ‘Garantieplan voor het behoud van de Landbouw’.
Eerder dit jaar peilde de beroepsfederatie naar de pijnpunten die Belgische landbouwers ervaren. Blijkt dat de boeren pessimistisch zijn als het gaat over het voortbestaan van de landbouw in België. Ook een aantal toeleveranciers is eerder somber met betrekking tot de toekomst van onze landbouw.
Met het verdwijnen van de landbouw zou ook de voedselproductie van eigen bodem teloorgaan. Fedagrim wil daarom dat er stappen worden gezet die de toekomst van naar de schatting 37.000 professionele landbouwbedrijven die België momenteel nog rijk is, te verzekeren.
Om samen met alle actoren uit de sector hiervoor een oplossing te zoeken, werd afgelopen week in Louvan-la-Neuve de eerste Staten-Generaal van de Landbouw georganiseerd. Fedagrim-voorzitter Johan Colpaert formuleerde in zijn afsluitende speech twee eisen zijnde;
1. de invoering van minimale basisprijzen voor de basisproducten van onze voeding.
Johan Colpaert: “Er worden vele miljoenen euro’s gespendeerd aan onteigeningen om van landbouwgrond natuurgebied te maken. Dat is prima, maar er wordt nergens geld voorzien voor het behoud van eigen voedselproductie door onze landbouwers. Daarom vragen wij aan de overheid een Garantieplan voor het Behouw van de Landbouw.”
2. de toepassing van dezelfde regels en plichten voor alle Europese landbouwbedrijven.
Johan Colpaert: “Er wordt gemeten met verschillende maten en gewichten. Onze politici moeten dit op Europees niveau aankaarten. Het zijn niet zozeer de open grenzen die een probleem vormen, maar het feit dat niet iedereen aan dezelfde eisen moet voldoen.”
Tot slot kondigde Fedagrim een actieprogramma aan dat zal uitmonden in een volgende Staten-Generaal eind 2017. Wordt dus vervolgd.
Bron: Mededeling Fedagrim – 21 oktober 2016