Topartikelen over inkuilen
Inkuilen op het melkveebedrijf
Per bedrijf en per gebied worden zeer verschillende soorten ruwvoer gewonnen en gebruikt (graskuil, hooi en snijmaiskuil). Bierborstel, perspulp, aardappelpersvezels, aardappelafvalpructen, maisglutenvoer, CCM, MKS, voederbieten en bietenblad kunnen ook ingekuild worden. Aandachtspunten voor het inkuilen zijn onder andere het maaien, schudden, de veldperiode, conservering en bewaring om verliezen te beperken en de kwaliteit te behouden.
Het grote verschil tussen ingekuilde voordroog en vers gras voor koeien is de ‘voorvertering’ die in de kuil heeft plaatsgevonden. De celwanden zijn allemaal kapotgegaan. Hierdoor is de cel-inhoud direct beschikbaar voor de koe. Zo is de snijmaiskwaliteit sterk verschillend per groeiseizoen. Hiervoor is het dan ook belangrijk dat van de ingekuilde snijmais eerst een monster wordt onderzocht (> 6 weken na inkuilen) en de gehele conservering is afgerond (> 3 maanden) (vakblad Melkveebedrijf feb. 2020).
Gevaren van inkuilen en inkuilmiddelen
Het is belangrijk te letten op het vochtpercentage en het aantal lucht, dit moet namelijk zo laag mogelijk zijn. Hoe hoger het vochtpercentage en hoe meer lucht des te meer kans er is op broei en schimmel. Om de kans op schimmel en broei te verminderen zijn er ook inkuilmiddelen in te zetten door melkveehouders. Een poll op melkveebedrijf.nl geeft aan dat ruim 80% van de melkveehouders heeft aangegeven wel eens gebruik te maken van een inkuilmiddel.
Tot slot, meer weten over inkuilen op het melkveebedrijf? Lees hier dan alles!