Maïs is van origine een subtropisch gewas. Door veredeling is het gelukt de teelt verder naar het noorden uit te breiden. Daar waar silomaïs vroeger in de maanden mei tot september gemiddeld 170C nodig had voor groei en afrijping, is dit tegenwoordig in dezelfde periode 15,50C. Een bredere genenpool heeft bovendien geleidt tot een groter aanbod aan maïsrassen die geschikt zijn voor teelt tot in Engeland, over de Benelux, Noord-Duitsland, Denemarken, Zweden en de Baltische staten aan toe. In totaal gaat het dan al gauw om een areaal van 800.000 hectare. Doordat de Benelux centraal ligt in het veredelingsprogramma voor Noord-West Europa, profiteren de maïstelers binnen deze regio optimaal van de selectievooruitgang.
Lengte is lang niet altijd bepalend voor opbrengst en kwaliteit
In de praktijk wordt nog vaak gedacht dat de langste maïs de hoogste opbrengst levert. Hier wordt in de media volop aandacht besteed door regelmatig te rapporteren over de gemeten lengtegroei gedurende het seizoen. Hoewel lange maïs zeker indruk maakt en mogelijk op stam ook beter verkoopt, hoeven dit niet per definitie de beste rassen te zijn.
Men moet in de praktijk maar eens de proef op de som nemen door de bovenste meter van een maïsplant te wegen. Of beter nog, de drogestofopbrengst en kwaliteit daarvan bepalen. De conclusie zal al snel zijn dat de teler/veehouder het daar niet van moet hebben. De opbrengst en kwaliteit wordt voor het grootste gedeelte bepaald door de kolf. Juist daarin wordt jaarlijks grote vooruitgang geboekt. In al die jaren dat er in de Benelux maïs geteeld wordt, is de toename in opbrengst zeker niet het gevolg van het feit dat maïs langer is geworden.
De beste maïsrassen vallen niet op in lengte, maar juist in kolfgewicht
De vooruitgang in veredeling van zo’n 1% per jaar is het resultaat van selectie op opbrengst van de korrel. Dit komt het mooist tot expressie wanneer de toename in voederwaardeopbrengst van silomaïsrassen over de afgelopen jaren onder de loep wordt gelegd.
Deze toename is niet zozeer het gevolg van een toename in voederwaardeconcentratie, maar veel meer het gevolg van een toename in drogestofopbrengst. Door veel grotere kolfaandelen zijn moderne maïsrassen veel energierijker geworden. Dat valt op een afstand aan de hand van de lengte echt niet te zien, maar wel wanneer de moeite genomen wordt om meerdere kolven van verschillende maïsrassen te wegen. Nieuwe maïsrassen geven al gauw opbrengsten die, in vergelijking met rassen die 15 jaar geleden op de markt kwamen, al gauw 10% meeropbrengst leveren.
Kom naar de KWS maïs demodagen
Om een indruk te krijgen van de nieuwste maïsrassen nodigt KWS u uit om deze te gaan bekijken op de KWS maïs demo’s. De uitnodigingen met de data en locaties volgen in de loop van augustus en begin september.
Van onze partner KWS
Lengte zegt niet alles