Topartikelen over mais in de melkveehouderij
Mais in de melkveehouderij
Mais in de melkveehouderij, levert veel glucose uit zetmeel en energie uit de restplant. Daarom is de combinatie van snijmaïs en gras zorgt voor genoeg energie en eiwit om melkkoeien gezond, efficiënt en hoogproductief te houden. Belangrijk is om je maisras(sen) goed af te stemmen op het aandeel gras in je rantsoen.
Welk maisras inzaaien?
De keuze van het beste maisras hangt ten eerste af van gebruikersdoel, grondsoort, teeltomstandigheden, gewenste rantsoen. Daarna wordt er gekeken naar het zetmeelgehalte, de vroegrijpheid van het maisras, de opbrengst in droge stof en de eigenschappen van de plant zoals stevigheid en ziektebestendigheid. Vooral het laatste punt wordt de afgelopen jaren steeds belangrijker, door de aanhoudende droogte en zomerstormen.
Trend vroege maisrassen: vroeg niet altijd beter
Hoewel er een trend zichtbaar is naar steeds vroegere rassen, blijft de keuze voor een maisras altijd heel specifiek. Ondanks dat de wetgeving de vraag stuurt richting vroegere maisrassen, is Jos Groten (Wageningen UR – Open Teelten) van mening dat veehouders weleens te snel kiezen voor een te vroeg ras. “In het noorden kun je met een vroeg of middenvroeg ras niet zo goed uit de voeten wanneer je op 1 oktober je vanggewas wil zaaien. Maar in het midden en het zuiden van het land zijn bij een zaai vóór eind april en onder normale groeiomstandigheden – vroege en middenvroege rassen ook oogstrijp einde september.” (vakblad Melkveebedrijf april 2019)