Toen Minke en Peter Van Wingerden voor het eerst hun bijzondere idee met anderen deelden, kregen ze misschien wel de reactie: “Zie je ze vliegen?” Maar nee, Minke en Peter zagen ze drijven. Op hun drijvende boerderij in de Rotterdamse haven stallen ze 38 melkkoeien, doen ze aan ‘vertical farming’ en verwerken ze mest. En ze hebben nog meer wilde plannen voor de toekomst.
Klimaatadaptief
Sinds mei 2019 heeft de term ‘zeekoe’ in Rotterdam waarschijnlijk een andere invulling gekregen. Toen openden Minke en Peter hun drijvende boerderij in een transitiegebied van de haven. “We wilden een boerderij ontwerpen die klimaatadaptief is”, steekt Minke (geheel toepasselijk in deze context) van wal.
“Door de opwarming van de aarde stijgt de zeespiegel en verdwijnt er land, overal ter wereld. Onze boerderij fluctueert mee met de getijden, zo’n twee meter is het verschil in Rotterdam, en past zich dus aan de omstandigheden aan. Wij hebben geen last van overstromingen. Daarnaast vonden we het erg belangrijk om gezond voedsel te kunnen produceren dicht bij de stad. Als produceren en consumeren zo dicht bij elkaar gebeuren, verminder je het transport drastisch. Onze boerderij heeft ook een belangrijke educatieve rol. Voor veel stedelingen is het de eerste kennismaking met landbouw.”
Rotterdamse haven was sceptisch
Als Rotterdammers vonden ze het normaal om bij de Rotterdamse havenautoriteiten aan te kloppen om een stukje kade en een stukje water te huren. “Die waren eerst nogal sceptisch”, geeft Minke toe. Het gebied waar de boerderij uiteindelijk kwam te liggen, is in transitie van havengebied naar woon- en kantoorgebied. De echte havenactiviteiten verplaatsen zich richting zee. “Het wordt voor een stadsboerderij dus alleen maar interessanter om hier aanwezig te zijn omdat de potentiële afzetmarkt zal groeien.”
De Floating Farm heeft een huurovereenkomst voor tien jaar met de haven. Omdat de boerderij mobiel is, kan ze ook ergens anders terecht mocht de huurovereenkomst op het einde van dit decennium niet verlengd worden.
Koeien Floating farm worden gevoerd door ‘stadsvoer’
Het rantsoen van de 38 koeien bestaat voor 70 procent uit restproducten van de stad. Denk aan producten vanuit de groente- en fruitveiling, de voedselbank, bakkerijen, bierbostel, … De aanvoer en verwerking van die producten is arbeidsintensief. Ook daar helpen de vrijwilligers mee.
Floating Farm werkt samen met Agrifirm voor de mengvoeders. “Onze melkveehouder berekent elke dag de samenstelling van het voer. Hij kijkt eerst wat er aan reststromen aangevoerd is op de kade. Dan weet hij hoeveel hooi en krachtvoer hij moet bijmengen. De nodige kennis en kunde zijn noodzakelijk om die berekening dagelijks te maken, want de aanvoer uit de stad is elke dag anders. Maar de koeien doen het goed op het voer dat we geven.”
Populariteit korte keten aangewakkerd door corona
Toen de boerderij nog maar enkele maanden open was, barstte de coronapandemie in alle hevigheid los. De verhoogde aandacht voor lokale productie heeft de Floating Farm wel geholpen in die periode. “We beslisten al snel om een winkel op het land te maken en die is er nu nog steeds. Dat hadden we in normale omstandigheden waarschijnlijk niet gedaan maar de winkel is wel belangrijk om het contact met de stedelingen te behouden. We verkopen er ook producten van andere landbouwers.” De aandacht voor de korte keten is inmiddels weer wel wat getaand. “Mensen vervallen snel in hun oude gewoonten.”
Het publiek dat koopt bij Floating Farm, is divers. Zowel hippe barista’s (vanwege de rijke melksamenstelling met veel vet en eiwit) als minderbedeelde stedelingen en iedereen daar tussenin komen langs. Regelmatig tappen mensen grote hoeveelheden rauwe melk af om ze dan zelf te verwerken. “Ze komen dan heel fier hun eigen creaties laten proeven.”
Koeien moesten wennen
Het jongvee van de Floating Farm wordt aan één boer verkocht. Deze fokt de dieren op zodat ze daarna weer naar de haven terug kunnen. De aanpassing aan een drijvende boerderij lijkt voor de koeien geen probleem te vormen.
“De eerste koeien hebben we wel moeten gewend maken aan de melkrobot omdat ze traditioneel melken gewoon waren. Het was een heterogene groep van verschillende leeftijden. Momenteel produceren ze gemiddeld 20 tot 25 liter per koe per dag, maar we zitten nog niet op onze top. We willen evolueren naar een stabiele productie van 800 liter per dag.”
Floating farm van drie verdiepingen
Peter leefde zich helemaal uit in het bedenken en uitwerken van het boerderijconcept en de evolutie is zeker nog niet ten einde. De huidige boerderij behelst drie etages. De benedenverdieping bestaat uit drie betonnen bakken die aan elkaar vastgemaakt zijn en samen het drijflichaam vormen. Eén van de compartimenten bevat de zuiveringsinstallatie voor het regenwater. Dat wordt daarna gebruikt in het bedrijf.
In een tweede compartiment rijpen de kazen. De derde bak wordt momenteel uitgerust met een installatie voor ‘vertical farming’. Daar zullen binnenkort kruiden en groenten geteeld worden. “We voorzien een tweede boerderij naast de huidige. Deze zal volledig met ‘vertical farming’ uitgerust zijn. De financiering is al rond doordat veel mensen aandelen kochten in het project.”
De middelste etage herbergt de procesvloer. Daar vindt de zuivelproductie plaats. Alle geproduceerde zuivel wordt verwerkt tot melk, yoghurt, karnemelk, boter en kaas. Op dezelfde verdieping gebeurt de mestscheiding en -verwerking. Van de vaste mestfractie worden mestkorrels gemaakt. De natte fractie wordt verder gezuiverd tot loosbaar water. Wanneer de ‘vertical farming’ actief is, zal de natte fractie daar als meststof en irrigatiewater gebruikt worden. Op deze verdieping komt ook het voer binnen.
Maas-Rijn-IJssel-koeien op de bovenste verdieping
De Maas-Rijn-IJssel-koeien, een typisch Oudhollands dubbeldoelras, hebben hun thuis op de bovenste verdieping waar ook een melkrobot geïnstalleerd is. De stal is uitgerust met windschermen en een vernevelingsinstallatie om de heetste dagen te overbruggen.
“Op het water is er altijd wel een briesje dus dat helpt bij het koelen”, legt Minke uit. Ook stormen horen erbij. De boerderij moest al één flinke storm trotseren. “De windschermen zijn toen aan één kant beschadigd geraakt maar we hebben wel vastgesteld dat het drijflichaam erg stabiel ligt. Dat is een hele geruststelling.”
Innovaties worden uitgetest op Floating farm
Het voer wordt met transportbanden naar boven gebracht. De mest wordt dag en nacht opgezogen door een mestrobot en naar een hoek van de stal gebracht zodat die meteen gescheiden kan worden en dus minder uitstoot van methaan veroorzaakt.
Hoewel het concept en de visie uit de koker van Peter en Minke komen, is er nogal wat interesse vanuit de onderzoeks- en bedrijfswereld om samen projecten op te zetten. Hierdoor kan Minke maar weinig details vrijgeven over de technologie, zo lang de projecten niet afgerond zijn. Een aantal innovaties zullen waarschijnlijk gecommercialiseerd worden omdat ze ook interessant zijn voor meer traditionele landbouwbedrijven.
Verdienmodellen
Om rendabel te zijn als boerderij, komt het er voor de ‘Floating Farm’ op aan om zo veel mogelijk stromen te kunnen vermarkten. De zuivelproducten zijn uiteraard het meest zichtbare deel maar ook de mestkorrels worden aan de stedelingen verkocht en de rondleidingen brengen ook geld in het laatje.
“Een innovatief project loopt niet altijd zoals je vooraf had uitgetekend. We hadden uiteraard liever 55 koeien in de stal gehad omdat dit de robot rendabeler maakt, maar we wilden de koeien ook voldoende ruimte geven. Omdat we geen subsidies krijgen, moeten we alle deelstromen in detail bekijken en er een meerwaarde uit proberen te halen. We werken met particuliere aandeelhouders. Op een bepaald moment moet je durven springen, ook wanneer de omstandigheden niet 100 procent in orde zijn. En dat hebben we dus gedaan. Voor een kleine boerderij als deze, zit het businessmodel goed in elkaar.”
Floating farm: boerderij van de toekomst?
Het innovatieve concept kreeg wereldwijd veel aandacht in de pers. Dat brengt ook heel wat informatievragen met zich mee. “Zo is er interesse vanuit Singapore. Dat is omringd door water en zij importeren 90 procent van hun voedsel en willen dit tegen 2030 terugbrengen naar 70 procent. Onze drijvende boerderijen passen perfect in die doelstelling. We helpen dus mee om voedseltransport te verminderen, landen voedselonafhankelijker te maken en hun zuivel- en plantaardige productie te verduurzamen.”
Tekst: Hilde De Wachter
Beeld: Floating Farm
Je hebt zojuist een deel van een artikel uit het vakblad Melkveebedrijf gelezen. Meer van dit, thuis op de mat?