Korrelopbrengst, vroegrijpheid plus een aantal risicofactoren – zoals legering, kopbrand en greensnapp – ziedaar de criteria volgens dewelke maistelers hun rassenkeuze moeten maken. Bijkomend wenst KWS-directeur Jan Bakker de melkveehouders het volgende op het hart te drukken: “Leg de Nederlandse cijfers en Belgische cijfers naast elkaar. Bij duidelijk verschil in de becijfering, volg de Belgische cijfers als meest betrouwbaar.”
Tijdens de jaarlijkse KWS-persbabbel herhaalde Jan Bakker zijn bekende, maar ook vaak gecontesteerde standpunt, dat de korrelopbrengst het uitgangspunt van de rassenkeuze moet zijn. “Wie korrel zegt, zegt tegelijk zetmeel en energie plus zelfs eiwit”, klonk het. En net als vorig jaar haalde de KWS-directeur opnieuw uit naar een aantal volgens hem ‘slechte proeven’.
“Er wordt veel rotzooi gepresenteerd”, projecteerde Jan Bakker. “Wat de praktijk ervaart zien we niet in de rassenlijstcijfers. Wat de cijfers voorspellen vinden we niet terug in de praktijk. En toch worden die cijfers wel gepubliceerd en gebruikt. Dat is zeer schadelijk voor zowel de teler, gebruiker; loonwerker als de kweker. De enige oplossing is een vast protocol en compliance proof van de werking en verwerking als enige basis voor publicatie.”
Waar loopt het mis?
Waarop er een rist voorbeelden geprojecteerd werden van proefveldsituaties waarbij het misloopt. Correcte vroegrijpheid, op juiste moment oogsten, foute waarderen voor de risico factoren/landbouwkundige eigenschappen zoals legering in alle vormen, niveau van fusariumresistentie, builenbrand- en kopbrandresistentie. Ook de becijfering (waardering) creëert vaak misverstanden.
Jan Bakker: “Je riskeert situaties te krijgen waarbij een verschil van 1 punt (tussen bijvoorbeeld 7 en 8) in de praktijk een verschil betekent van 100 procent of geen legering. De teler denkt normaal (maar helaas) dat een 7 ook nog wel goed genoeg is. In België worden rassen van de Belgische Rassenlijst geweerd omwille van hun tekortkomingen. Die komen naderhand dan toch weer via andere lijst in de markt. Jammer voor de teler. In Nederland zien we dan weer kruisjes op de lijst te staan ondanks dat toch waarderingen gegeven konden worden. Kopbrand is al jaren als probleem gekend in enkele regio’s. Maar er is nog steeds geen waardering op de lijst gepresenteerd. Voor het eerst komt de Nederlandse rassenlijst met een heel kort positief lijstje.”
Geef Belgische rassenlijst voorkeur
KWS heeft al die problemen naar eigen zeggen ‘al tig keer’ aangekaart bij de proefveldinstanties maar krijgt geen gehoor. KWS presenteert al voor het derde jaar een positieve lijst van rassen geschikt voor uitzaai op percelen met één van de specifieke problemen.
De maistelers wordt intussen op het hart gedrukt om beter de Nederlandse cijfers en Belgische cijfers naast elkaar te leggen. “Bij duidelijk verschil in de becijfering volg de Belgische cijfers als meest betrouwbaar. Indien het ras niet op de lijst in België staat en wel in Nederland, plaats er dan vraagtekens bij. Wellicht was het ras niet goed genoeg en zijn er mankementen. Bekijk dan andere resultaten bijvoorbeeld lokale Varmabel-proeven. Staat een ras wel op de Belgische en niet op de Nederlandse rassenlijst, dan is het goed te weten waarom niet. Maar besluit op basis van de Belgische lijst”, aldus nog Jan Bakker.
Van onze partner KWS
Jan Bakker: “Geef Belgische maisrassenlijst voorkeur”