De biologische landbouw wil graag een positieve bijdrage leveren aan het Convenant Enterische Emissies Rundvee, waar het engagement genomen werd tot een reductie van 0,44 MT CO2-eq van de enterische emissies in de periode 2021-2030. Eén van de drie klimaat-mitigerende pijlers zijn de rantsoenaanpassingen. Klassiek zet men in op incorporatie van specifieke voedermiddelen (bv. koolzaadschroot in combinatie met bierdraf, geëxtrudeerd lijnzaad) of voederadditieven (bv. nitraat, 3-NOP). Sommige van deze oplossingen zijn niet toepasbaar in een biologische bedrijfsvoering (door de beperkte beschikbaarheid van een biovariant, specifieke biowetgeving of principiële bezwaren vanuit de systemische benadering van de biolandbouw). Daarom zal Universiteit Gent, samen met Inagro vzw en Wim Govaerts & co, de komende drie jaar alternatieve oplossingen voor de biologische context onderzoeken.
Uit literatuur weet men dat specifieke bio-actieve stoffen uit graslandkruiden en houtige gewassen een potentieel methaan-onderdrukkende activiteit op pensniveau, hebben. Een grote ‘in vitro-screening’ van deze (in onze contreien beschikbare) gewassen zal extra informatie opleveren. Het methaan-onderdrukkend effect wordt bestudeerd in relatie tot hun aandeel in het rantsoen, de seizoensinvloeden en conservering.
Ook wordt via deze ‘in vitro-simulaties’ in het laboratorium inzicht verkregen in de actieve componenten en in het werkingsmechanisme dat zorgt voor de methaanonderdrukking en worden bijkomende positieve neveneffecten in kaart gebracht (bv. potentieel voor verbeterde stikstofefficiëntie, parasietonderdrukking, aanbreng van mineralen en sporenelementen).
Het uiteindelijke doel is dat de Vlaamse biolandbouwers deze ruwvoeders zelf zullen kunnen telen en toepassen.
Bron: Departement Landbouw en Visserij – 6 september 2021