Tijdens een rist proeven in de eigen proefstal is het ILVO-team Landbouw & Klimaat er de afgelopen vier jaar in geslaagd om de methaanuitstoot per liter melk met minstens één derde te verminderen.
Volgens het Vlaams Milieurapport van 2017 is de hele landbouw verantwoordelijk voor 8 procent van de totale hoeveelheid klimaatuitstoot in Vlaanderen. T.o.v. het referentiejaar 2005 vraagt de EU dat de landbouwsector in 2030 30 procent klimaatvriendelijker scoort.
Ter herinnering
Methaan is een 28 keer ‘straffer’ broeikasgas dan CO2, maar raakt in de atmosfeer wel 10 keer sneller afgebroken (in 12 jaar in plaats van CO2 in 100 à 200 jaar). Methaanuitstoot is momenteel goed voor 49 procent van de broeikasgassen uitgestoten door de Vlaamse landbouwsector. De rest is lachgas (25 procent) en CO2 (26 procent). Runderen zijn binnen de sector de voornaamste bron van methaan – het gas ontstaat bij de vertering van (ruw)voeder in de pens en wordt opgerispt en uitgeademd.
Drie pistes
ILVO onderzocht in de melkveehouderij drie denkpistes: een andere samenstelling van het voederrantsoen, de beïnvloeding van de methaanproductie door de pensflora door additieven en een klimaatgunstiger bedrijfsmanagement. “In elk van deze strategieën is er al klimaatwinst geboekt. De combinatie is nog niet uitgetest, maar zeker wel realistisch én ze staat gepland in verder onderzoek”, stelt Sam De Campeneere, coördinator ILVO-Expertisecentrum Landbouw & Klimaat in een persmededeling.
- Samenstelling rantsoen
Tijdens het VLAIO LA project SMARTmelken werd geëxperimenteerd met een aangepast rantsoen voor de melkkoeien. De klassieke fractie sojaschroot werd vervangen door de lokale reststromen uit de voedingssector bierdraf en koolzaadschroot. Lacterende koeien gingen daardoor 15 procent minder methaan uitstoten per liter geproduceerde melk. “Een bijkomend klimaatvoordeel is dat de koolstofvoetafdruk (CO2) van het rantsoen verlaagt, doordat er soja verdwijnt. Maar dat effect zit niet mee in onze cijfers, omdat een dergelijke ingreep niet in de lokale klimaatboekhouding kan worden opgenomen”, aldus nog Dorien Van Wesemael.
- Methaanremmende middelen voor de pensflora
Met zijn in 2011 geïnstalleerde GUK meetkamers (GasUitwisselingsKamers) en GreenFeeds testte ILVO ongeveer 15 mogelijke voederadditieven, die de methanogene bacteriën in de pens van de koe blijvend gunstig en zonder bijwerkingen zouden beïnvloeden. “Het beste tot nu toe is een molecule ontwikkeld door DSM. We registreerden verlagingen van de methaanuitstoot van makkelijk 20 à 25 procent en er is geen afzwakking te constateren door langdurig gebruik. Andere studies buiten ILVO met hetzelfde additief tekenden reducties op tot soms zelfs meer dan 50 procent. Het is een realistische verwachting dat een dagelijks toegediend additief de methaanuitstoot in de Vlaamse melkveestallen kunnen verminderen met één vijfde tot een kwart”, laat Nico Peiren noteren. Het product is momenteel echter nog niet op de markt.
- Bedrijfsmanagement
Het project ‘Doelgericht verlengen van levensduur melkvee’ – een samenwerkingsverband van het Departement Landbouw en Visserij, Inagro, Hooibeekhoeve en ILVO – toont twee managementeffecten die samen zeker 11 procent minder methaanuitstoot van het bedrijf opleveren. “We streven naar iets jonger afkalven; op 24 i.p.v. 26 maanden. En naar het langer fit houden van de melkkoeien, want dan hoef je minder (niet-lacterend) jongvee te hebben en verkrijg je een lager vervangingspercentage”, weet Leen Vandaele.
Hoezo één derde?
ILVO komt aan één derde na volgende redenering. Gesteld dat de totale uitstoot op een bedrijf VOOR het invoeren van de drie maatregelen gelijk staat met 100 eenheden. Dan daalt die uitstoot door een klimaatgunstiger management met 11 eenheden tot 89. De andere twee reductiestrategieën (additief en beter rantsoen) beperken we tot dat deel van de kudde dat melk geeft – ongeveer 70 procent – omdat de ILVO-proeven enkel gebeurden met lacterende koeien. 70 procent van 89 is 62. Op die 62 reduceren we eerst door het aangepast rantsoen: 15 procent van 62 is 10,5. Ten slotte berekenen we het effect van het additief op de resterende eenheden: 25 procent van 52,5 is 13 procent.
Dus is de vandaag theoretisch haalbare vermindering van methaan van een gewone Vlaamse melkveekudde 11 + 10,5 + 13 = 34,5 procent. En dat bij een gelijkblijvende hoeveelheid geproduceerde melk en zonder dat de effecten afnemen in de tijd.
Verder onderzoek
Het effect van de maatregelen 1 en 2 op niet-lacterende koeien moet nog in kaart komen. De kennis van de precieze bacteriële werking in de pens kan zeker ook nog verder ontwikkelen. En het effect van de combinatie(s) van de 3 denkpistes dient verder becijferd. “We blijven dus inzetten op ons onderzoek naar mogelijke methaanreductie”, besluit Sam De Campeneere.
Bron: ILVO – 17 september 2018