Onderzoek van het Louis Bolk Instituut pleit voor het invoeren van een norm voor grondgebondenheid om de inkrimping van de Nederlandse melkveestapel te reguleren en extensieve melkveehouders vrij te stellen van aanvullende milieuregels.
Zoals eerder gerapporteerd (lees Nederland snijdt 10 procent van melkveestapel weg) staat de Nederlandse melkveehouderij de komende jaren voor een gedwongen krimp. Het Louis Bolk Instituut heeft nu 8 mogelijke situaties onder de loep genomen. Die varieerden van een groeiscenario (met een grootte van 2 miljoen stuks melkvee) tot een situatie waarbij 500.000 koeien alleen nog voor de binnenlandse markt produceren. Van deze scenario’s zijn de effecten voor de melkproductie, economie, emissies van ammoniak en broeikasgassen, landgebruik buiten Europa en externe maatschappelijke kosten in kaart gebracht.
Volgens het onderzoek moet de omvang van de Nederlandse melkveehouderij verder teruggebracht moet worden dan waar politiek en sector momenteel rekening mee houden. Om onder de maximaal toegestane ammoniakuitstoot te komen, zou het aantal melkkoeien teruggebracht moeten worden naar 1,4 miljoen (wat gelijk is met gemiddeld 2,13 GVE per hectare, ofwel ruim 2 koeien per hectare voedergewassen bij gelijkblijvend areaal), ten opzichte van 1,6 miljoen (2015).
Bij deze inschatting houden de onderzoekers rekening met een verdere stijging van de efficiëntie in de toekomstige melkveehouderij. De onderzoekers berekenden dat het aantal melkkoeien mogelijk nog verder teruggebracht moet worden om de klimaatdoelstellingen van Parijs te bereiken. Daarnaast zijn maatregelen inzetbaar zoals het ontmoedigen van de consumptie van zuivel (en vlees) en een grotere koolstofopslag in landbouwgronden door aangepast bodembeheer.
Gevolg van dit alles is dat de economische waarde van de sector afneemt, wat tot lagere inkomens voor melkveehouders leidt. Om dit te ondervangen pleiten de onderzoekers voor ondersteuning van bedrijven die binnen de milieugrenzen produceren. Zij stellen tevens voor een norm voor grondgebondenheid in te voeren om de inkrimping van de melkveestapel te reguleren. Extensieve melkveehouders (minder dan 1,9 GVE per hectare) zouden dan de ruimte moeten krijgen om zonder aanvullende milieuregels te werken. Intensiever werkende melkveehouders zouden daarentegen aantoonbaar moeten voldoen aan de bepalingen voor ammoniak- en broeikasgasemissies.
Voor het volledige document klik Verkenning naar een grondgebonden melkveehouderij.
Bron: Louis Blok Instituut – 1 juni 2017