Uit het biorapport 2015 blijkt dat Vlaanderen vandaag prat kan gaan op 2.565 runderen die volgens de normen van de biologische landbouw gehouden worden. Echter, slechts 1.141 stuks van deze groep staan als ‘melkkoeien’ aangemerkt.
Het biorapport 2015 presenteert de belangrijkste kengetallen van de biologische landbouw, plaatst de Vlaamse situatie in een Europese context, analyseert de overheidsuitgaven en schat de omvang van de sector in.
Uit het nieuwe jaarrapport blijkt dat de Vlaamse biolandbouw gestaag blijft groeien. De sector telde eind vorig jaar 370 bedrijven die als producent zijn gecertificeerd. Dat is 8 procent meer dan in 2014 of een nettotoename van 27 bedrijven. Samen bewerkten ze een areaal van 5.343 hectare, een stijging van 6 procent.
81 procent van de biologische landbouwbedrijven zijn gespecialiseerde bedrijven. Groenteteelt in openlucht is met een aandeel van 26 procent, de belangrijkste specialisatie. Ongeveer 120 bedrijven doen aan dierlijke productie, waarvan een op de drie enkel pluimvee heeft. Het aantal schapenbedrijven is gedaald tot 27. Er zijn 15 biogeitenbedrijven. Het aantal biovarkensbedrijven blijft status quo op 16 stuks.
44 bedrijven houden rundvee; 24 daarvan hebben uitsluitend melk- en/of vleesvee. En zoals hoger gesteld was de stapel biologische melkkoeien eind 2015 beperkt tot 1.141 stuks.
Het rapport duidt er echter op dat de vraag naar biomelk nog steeds hoger is dan het aanbod waardoor er van overproductie geen sprake is. Eind 2015 lag de prijs van biomelk 85 procent hoger dan de prijs van gangbare melk, een historisch groot verschil. Het doet de auteurs van het rapport besluiten dat de biosector dus nog steeds kansen biedt voor de melkveehouderij. Voor dit jaar worden er dan ook meer omschakelaars verwacht.
Voor het volledige rapport klik biorapport_2015.