Kalveren zijn tijdens de wintermaanden op stal zeer gevoelig voor kalvergriep of longontsteking. Dit heeft zeker bij jonge kalveren te maken met hun grote gevoelgheid voor koude omgevingstemperaturen. Meerdere maatregelen kunnen aangewend worden om te verhinderen dat kalveren het te koud krijgen om zo kalvergriep te vermijden.
Aangezien jonge kalveren een relatief grote lichaamsoppervlakte hebben tov hun gewicht en weinig lichaamsvet hebben, zijn ze zeer gevoelig aan koude. Doordat een minimum aan ventilatie steeds nodig is om de stallucht te verversen is het dicht maken van alle openingen van de stal tijdens de wintermaanden geen goede oplossing om te verhinderen dat kalveren het koud krijgen. De volgende maatregelen kunnen overwogen worden om kalveren efficiënt tegen de koude te beschermen:
1. Voldoende nestmateriaal
Een dikke strolaag in de boxen zordt voor een isolerende laag rond de kalveren. Hierbij is het de bedoeling dat de kalveren tijdens de wintermaanden zo diep in het stro liggen dat hun poten helemaal onzichtbaar zijn. Wanneer de poten nog deels zichtbaar zijn stijgt het risico reeds op kalvergriep, wanneer de poten volledig zichtbaar zijn in het ligbed is er een groot risico op kalvergriep. Hoe dikker het strobed, hoe comfortabeler en warmer de kalveren het hebben en hoe lager de kans op ademhalingsproblemen.
2. Droge bedding
Nat strooisel verliest zijn isolerend vermogen waardoor kalveren op een natte ondergrond het zeer snel koud krijgen. Daarom dient alles in het werk gesteld te worden om ervoor te zorgen dat kalveren droog liggen. Een dikke laag stro, met daaronder eventueel zaagsel of vlaslemen (die heel veel vocht kunnen adsorberen) op een bij voorkeur goed drainerende bodem (strorooster) zal dit bewerkstelligen.
3. Kalverjasjes
Een zeer goed hulpmiddel om kalveren tijdens de wintermaanden tegen koude te beschermen zijn kalverjasjes. Daarbij dient er op gelet te worden dat de jasjes af en toe wat ruimer gezet worden naarmate de kalveren groeien, zodat de riempjes niet ingroeien bij de steeds groter wordende kalveren.
4. Extra voederen
Tijdens zeer koude dagen wordt best extra volume melk en/of extra geconcentreerde melk verschaft om de kalveren extra energie te geven om de koude te trotseren. Een vuistregel hierbij is om onder een staltemperatuur van 10°C (ondergrens van de thermische comfortzonde van kalveren; 15°C voor kalveren < 3 weken oud) bij iedere daling van de staltemperatuur met 5°C, 10% harder te voeren (10% meer volume of 10% hogere concentratie melkpoeder).
Bij een staltemperatuur van bijvoorbeeld -5°C dient dan 30% harder gevoederd te worden. Gemakshalve doet men dit door meer melkpoeder te verschaffen. Meer melk geven (als alternatief op geconcentreerdere melk) resulteert al snel in meer arbeid, vb een derde dagelijkse voederbeurt.
- 10°C à 125 gr poeder / l melk à 1 kg poeder + 7 l water
- 5°C à (138) 140 gr poeder / l melk à 1,12 kg poeder + 7 l water
- 0°C à 150 gr poeder / l melk à 1,24 kg poeder + 7 l water
- -5°C à 163 gr poeder / l melk à 1,4 kg poeder + 7 l water
In het geval dat koemelk gevoederd wordt dient bij iedere daling van de staltemperatuur met 5°C onder 10 (of 15)°C, 0.33 liter extra melk gegeven te worden per dag.
Bijkomende info
Deze informatie is gebaseerd op een ‘Tips & Tricks’ van MSD Animal Health Benelux. MSD Animal Health Benelux is een producent van diergeneesmiddelen. Met deze ‘Tips & Tricks’ probeert MSD Animal Health Benelux wetenschappelijke informatie op een zo praktisch mogelijke manier naar de eindgebruiker van haar producten te brengen. Bij deze kennisoverdracht is communicatie tussen Veehouder, Dierenarts en MSD Animal Health Benelux belangrijk. Indien je interesse hebt in deze ‘Tips & Tricks’ van MSD Animal Health Benelux dan kun je die op eenvoudige vraag via je dierenarts bekomen.