Veel veehouders kunnen zich geen bedrijfsvoering meer voorstellen zonder cijfers over hun koeien die ze verzamelen via de melkproductieregistratie (mpr). Toch is er nog een grote groep melkveehouders die de meerwaarde van deze data niet ziet. ‘Zij redeneren dat alles goed gaat zolang het celgetal in de tankmelk binnen de norm blijft en de gehaltes op peil’, ervaart Sofie Van Calenberge, teamleider mpr en logistiek voor CRV in Vlaanderen. ‘Maar wat als het celgetal plots oploopt? Is er dan sprake van een koppelprobleem of zijn het enkele koeien die de problemen veroorzaken? En wat als de gehaltes tegenvallen? ‘Door frequent van iedere koe een melkmonster te laten onderzoeken krijg je een heel goed beeld van de prestaties van individuele koeien en groepen dieren’, legt de mpr-specialist uit. ‘Dat is voor veehouders en hun adviseurs heel waardevolle informatie om in de bedrijfsvoering op te sturen.’
Meer dan berg cijfers
CRV kan veehouders op maat bedienen als het gaat om de uitvoering van mpr. Voor robotmelkers
hebben we speciale monsternameapparatuur beschikbaar en een aansluitservice’, vertelt Van Calenberge. Een distributiemedewerker van CRV haalt de monsters bij veehouders op en deze gaan via overslagpunten naar het onderzoekslaboratorium van MCC in Lier. ‘Melkmonsters
worden standaard onderzocht op vet, eiwit, lactose, ureum en ketonen. De veehouder krijgt de uitslag binnen twee dagen online beschikbaar. Als service kan MCC de monsters verder onderzoeken voor opsporing van dierziekten, dit in samenwerking met DGZ. Tot slot is er ook nog een helpdesk voor als een veehouder vragen heeft. ‘CRV biedt veehouders meer dan een berg cijfers’, stelt Van Calenberge.
Gestandaardiseerd overzicht
Volgens de teamleider bieden mpr-cijfers beslist meerwaarde boven op de cijfers die met automatisch melken worden verzameld. ‘De verschillende merken robots hebben verschillende managementprogramma’s die kengetallen verschillend weergeven’, legt ze uit. ‘De mpr-uitslag geeft voor alle bedrijven een gestandaardiseerd overzicht van bekende kengetallen. Dat biedt adviseurs een duidelijke referentie, waardoor ze veehouders beter onderling kunnen vergelijken en ondersteunen.’