Uit het jaarverslag 2016 van het Melkcontrolecentrum Vlaanderen blijkt dat de melk door de Vlaamse producenten afgeleverd weer top was. In tegenstelling echter tot 2015 viel er gedurende de zomer 2016 wel een duidelijke stijging van het celgetal te noteren.
De melkkwaliteitsbepaling in 2016 uitgevoerd door MCC betrof 4.628 melkveebedrijven, 4,1 procent minder t.o.v. 2015. De geografische spreiding van de leveraars zit als volgt: 19,4 procent uit Antwerpen, 5,4 procent uit Vlaams-Brabant, 10,0 procent uit Limburg, 28,5 procent uit Oost-Vlaanderen en 36,7 procent uit West-Vlaanderen. Aanvullend ontvangt het MCC ook nog melk van 10 Waalse bedrijven.
18 kopers, waarvan drie Waalse en twee die in het Duitstalig landsgedeelte gevestigd zijn, haalden 2.480.933.155 liter melk op, een toename van 6,5 procent.
De gunstige evolutie van het gemiddeld kiemgetal waargenomen sinds 2008 stabiliseert zich. Afgelopen jaar 2016 bedroeg het gemiddeld kiemgetal 10.766 kiemen per ml.
Het celgetal vertoonde in 2016 een lichte toename. In tegenstelling tot vorig jaar was er gedurende de zomermaanden wel een duidelijke stijging van het celgetal te noteren. Voor 2016 bedroeg het gemiddeld celgetal 212.466 cellen per ml (t.o.v. 204.100 in 2015).
In slechts 0,03 procent van het totaal aantal analyses werden kiemgroeiremmende substanties aangetoond.
Het gemiddeld resultaat voor het vriespunt bedroeg 519,9. De resultaten van de filtratieproef blijven gunstig. Slechts in 0,02 procent van het totaal aantal analyses (57.770) werd een ongunstig resultaat geregistreerd.
Afgelopen jaar lieten 4.312 melkveebedrijven het coligetal bepalen in het kader van IKM-vereisten of voor het behoud van het AA-melklabel. Ruim 80 procent van de bedrijven voldeed aan de norm van 50 CFU per ml (geometrisch gemiddelde van de laatste twee maanden). Het gemiddelde coligetal 2016 bedroeg 14,1 per ml.
In 2015 werden er alles samen 4.325 strafpunten (3.478 in 2015) toegekend. Het aantal leveringsverboden t.o.v. 2015 nam toe (van 79 naar 107). Het percentage bedrijven zonder strafpunten daalde lichtjes, nl. van 97,51 naar 96,86 procent. Het celgetal blijft de voornaamste reden (bijna 70 procent) voor het toepassen van afhoudingen. Celgetal en remstoffen zijn samen verantwoordelijk voor 84 procent van de financiële afhoudingen.
Met een jaargemiddelde van 42,89 gram vet per liter bleef het vetgehalte op het niveau van de afgelopen jaren. De stijging van het eiwitgehalte al opgemerkt sinds 2010 zette zich verder door. Het jaargemiddelde noteerde 35,43 gram eiwit per liter. Het ureumgehalte lag met 210 mg ureum per liter gemiddeld iets lager dan het voorgaande jaar.
Sinds december werd een mobiele webapplicatie ter beschikking van alle producenten door MCC gecontroleerd, gesteld. In het totaal werden 97.475 verwittigen verstuurd: 46 procent via de telefoon, 8,5 procent via fax, 16 procent via SMS en 28 procent via e-mail. De voornaamste redenen waarvoor met een producent contact werd opgenomen waren: het celgetal (43,9%), het coligetal (37,4%), het kiemgetal (10,6%) en het vriespunt (5,9%).
De geschillencommissie behandelde 21 dossiers (t.o.v. 16 in 2015). In alle gevallen werd de klacht ontvankelijk verklaard.
Bron: MCC Jaarverslag 2016 – Algemene Vergadering 29 maart 2016