Inkuilmiddelen moeten niet worden gezien als laatste redmiddel bij een minder goed geslaagd kuilproces. Zeker ook bij goed geslaagde kuilen hebben ze effect. “Niet alleen de kwaliteit verbetert, maar ook de kwantiteit”, is de ervaring van Mark De Veirman van Corteva Agriscience. In dit artikel legt hij uit hoe een inkuilmiddel werkt en vertelt hij over de verschillende toepassingen die er zijn.
Wat zijn inkuilmiddelen?
“Om uit te leggen hoe een inkuilmiddel werkt, moeten we eerst terug naar de basis”, begint De Veirman. “Inkuilen is een fermentatieproces. Net als het maken van wijn. En net zoals je goede en minder goede wijnen hebt, zijn er ook goede en minder goede kuilen. Een goede kuil begint uiteraard bij een goede ruwvoerwinning. Dus op het juiste moment maaien, schudden en inkuilen. Dit om zo min mogelijk suikers verloren te laten gaan. De kuil moet goed worden aangedrukt en afgedekt om een zuurstofarme omgeving te creëren.”
Inoculanten helpen fermentatie een handje
Na het inkuilen begint de volgende stap. Bacteriën gaan aan de slag om suikers om te zetten in melkzuur. Daardoor daalt de pH en dat is belangrijk voor een goede conservering. Dit is een natuurlijk proces. “De natuurlijke bacteriën werken echter niet super efficiënt. Ze zetten wel suikers om in melkzuur, maar ook in andere stoffen, zoals CO2. Dat betekent dus dat je droge stof verliest. Daarom kunnen we het natuurlijk proces een handje helpen door tijdens het inkuilen zogenaamde inoculanten toe te voegen. Dit zijn ook bacteriën die suikers omzetten in melkzuur, maar zij doen dit net even efficiënter dan de bacteriën die van nature in de kuil zitten,” vertelt De Veirman.
“Inoculanten uit bijvoorbeeld ons inkuilmiddel 1188 zijn in staat één molecuul suiker om te zetten in twee moleculen melkzuur. Van nature aanwezige bacteriën lukt dit niet. Met een middel als 1188 beperk je dus onnodig verlies van droge stof,” aldus de ruwvoerspecialist. “Dit is ongeacht de hoeveelheid suikers die een kuil bevat. Ook bij een kuil met minder suikers kun je dankzij inoculanten de pH voldoende laten dalen zonder kunstmatige suikers toe te voegen.”
Behoud van eiwit en smaak
Een ander belangrijk voordeel van inoculanten is volgens De Veirman dat ze eiwitten in de kuil beschermen. “Normaal gesproken vindt in een kuil altijd verlies van eiwitten plaats doordat ze worden afgebroken en worden omgezet in stoffen als ammoniak en diwaterstofsulfide, oftewel H2S. Dit betekent in de eerste plaats eiwitverlies, maar eveneens verlies van energie. De energie die vrijkomt gaat namelijk verloren. Daarnaast zorgt ammoniak voor smaakverlies, dus minder goede opname. Met inoculanten, bijvoorbeeld via 1188, kan dit worden voorkomen.”
De Veirman noemt nog een kenmerk van 1188 op die smaakverlies voorkomt. “Het werkt tegen de vorming van boterzuur. Boterzuur ontstaat meestal door verontreiniging van gras met mest of een hoge ruw as-fractie in de kuil. Boterzuur is herkenbaar aan de penetrante geur en zorgt voor smaakbederf. Door toevoeging van 1188 wordt extra melkzuur gevormd, dat vorming van boterzuur onderdrukt. Al met al houd je met inoculanten dus meer over van iets dat kwalitatief beter is en ook nog eens beter wordt opgenomen”, vat hij samen.
Welke inkuilmiddelen zijn er?
Type inkuilmiddel | Wanneer inkuilmiddelen inzetten? |
---|---|
Kuilverbeteraar | Fermentatieproces verbeteren, betere benutting suikers, minder drogestofverlies. |
Broeiremmers | Bij verhoogde kans op broei. |
Combimiddelen | Verbeteren kuil en broei onderdrukken. |
Fibertechnology | Bij meer verhout gras, om de passagesnelheid te verbeteren. |
De rol van broeiremmers
Broei ontstaat door aanwezigheid van zuurstof in de kuil. Dit kan ontstaan door bijvoorbeeld slecht aandrukken of slecht afdekken. Wanneer er grote kans bestaat dat een kuil gaat broeien na openmaken, dan is het verstandig een broeiremmer als inoculant te gebruiken bij het inkuilen. Bij broei ontstaan omstandigheden waarin schimmels en gisten zich goed kunnen ontwikkelen. Deze eten als het ware mee van de kuil en produceren daarbij giftige en smaakbedervende stoffen. De temperatuur in de kuil stijgt en de pH gaat omhoog, waardoor vooral de gisten meer kans krijgen voedingsstoffen af te breken.
“De kwaliteit van de kuil daalt en de opname zal sterk verminderen. Gebruik van een broeiremmer als Pioneer 11A44 onderdrukt broei en voorkomt vorming van schimmels”, aldus De Veirman. Broeiremmers worden meest in maiskuilen gebruikt. Graskuilen hebben minder snel last van broei, ze hebben doorgaans een hoog bufferend vermogen.
Combinatie tussen conserveringsmiddel en broeiremmer
“We hebben ook wel middelen die én het inkuilproces verbeteren én broei tegengaan, de zogenaamde combimiddelen. Die kunnen ondersteunend werken in een kuil. Maar als je echt wilt inzetten op óf inkuilproces óf tegengaan van broei, kies dan voor een enkelvoudig middel”, adviseert De Veirman.
Verteerbaarheid bevorderen met inkuilmiddelen
Zeker bij ouder gras kan de verteerbaarheid minder zijn doordat de celwanden teveel verhout zijn. Pensbacteriën kunnen de inhoud van de cel dan niet bereiken. Dit werkt negatief op de passagesnelheid in de pens. Met zogenaamde Fiber Technology helpt Pioneer deze celwanden te ontsluiten. Zo komt de celinhoud beschikbaar. Dit zonder dat het ten koste gaat van de structuur. “De celwanden worden doorbroken, maar blijven beschikbaar”, aldus De Veirman. Fibertech is alleen als enkelvoudig product beschikbaar. Het heeft volgens De Veirman wel een broeiremmend effect, doordat het de vorming van azijnzuur en propionzuur stimuleert.
Inoculanten vormen ook propyleenglycol, maar niet genoeg om ketose te doorbreken
Inoculanten, zoals Pioneer 11A44, vormen propyleenglycol. Dit product wordt ook gebruikt bij koeien met slepende melkziekte (ketose). “Maar dit soort middelen vormen niet genoeg propyleenglycol om ketose op te lossen. “Daarvoor is echt een boost nodig met behulp van een bolus of in vloeibare vorm. Met gebruik van 11A44 kun je het risico op ketose wel verminderen, maar je lost het probleem er niet mee op”, waarschuwt De Veirman.
Tekst: Gerben Hofman
Beeld: Martin de Vries en Corteva Agriscience