Droge zomers eisen steeds meer hun tol in grasland. Wie op droogtegevoelige grond niet beregent, mist in droge periodes een forse drogestofopbrengst en blijft achter met een kwalitatief minder goede graszode. Melkveehouders die bij inzaai kiezen voor een graszaadmengsel met een goede droogtetolerantie kunnen problemen voor zijn, is de ervaring van accountmanager Frans Versteegen van veredelaar DLF.
“Grasland wordt nieuw ingezaaid in periodes dat de grond voldoende vocht bevat. Anders kiemt het niet. Droogteproblematiek is op dat moment dus niet actueel. Daarom wordt deze factor nog wel eens vergeten bij de keuze voor het juiste graszaadmengsel”, vertelt Versteegen, die ziet dat veel veehouders überhaupt kansen laten liggen als het gaat om keuze voor graszaad. “Ik merk dat er bij de keuze voor maiszaad wel heel kritisch wordt gekeken, maar dat bij herinzaai van grasland veehouders niet eens goed weten wat er ingezaaid wordt. Ze laten het dikwijls aan de loonwerker over.”
Soms één tot twee meter diep wortelen
Toch kan het juiste graszaadmengsel het verschil maken, zeker in droge perioden. De ene grassoort kan namelijk veel beter tegen droogte dan de andere. Door een mengsel te kiezen met grassoorten die meer droogtetolerant zijn, kan er meer drogestof van een hectare worden gehaald en komt de grasmat de zomer beter door.
Versteegen legt uit dat droogtetolerantie op twee manieren wordt bepaald: ondergronds en bovengronds. “Ondergronds maakt de beworteling het verschil. Dan praat je over de hoeveelheid wortels en hoe diep de wortels de grond in gaan. De ene soort heeft veel meer en langere wortels dan de andere. Er zijn soorten die wel één tot twee meter diep wortelen. In Denemarken hebben wij in samenwerking met de Universiteit van Kopenhagen een proefopstelling met diverse grassoorten op verschillende vochtniveaus. We geven daarbij van onderuit water. Met behulp van peilbuizen en camera’s kijken we van welke soort de wortels wel bij het water kunnen en welke niet. Zo selecteren wij grassoorten die op basis van beworteling geschikt zijn voor grondsoorten met een hogere droogtegevoeligheid.”
Grassoorten met betere bovengrondse droogtetolerantie
Om grassoorten te selecteren die een betere bovengrondse droogtetolerantie hebben, wordt gekeken naar bladeigenschappen. Bepaalde grassoorten hebben een waslaagje op het blad waardoor ze beter vocht vasthouden. Ook zijn er soorten die in staat zijn de huidmondjes te sluiten. Zo is er minder verdamping en minder vochtverlies. “Je ziet het aan de buitenkant niet als de huidmondjes gesloten zijn. Toch gaat de plant in de overlevingsstand. Hij is minder productief, maar overleeft wel”, legt Versteegen uit.
Goede eigenschappen verenigd in rietzwenk PLUS
Een grassoort dat zowel op basis van worteleigenschappen als bladeigenschappen uitstekend bestand is tegen droogte, is rietzwenkgras. Nadeel van deze grassoort is echter dat hij qua kieming en ontwikkeling en qua verteerbaarheid achterblijft bij Engels raaigras. Ook de slechtere verteerbaarheid maakt rietzwenkgras minder geschikt voor in melkveerantsoenen.
Echter, de gunstige eigenschappen qua droogteresistentie bleven de ontwikkelaars van DLF toch bezig houden. Daarom ontwikkelden ze rietzwenk PLUS. Dit is een kruising tussen rietzwenkgras en Engels raaigras. “Dit combineert de hoge opbrengst en goede verteerbaarheid en voederwaarde van Engels raaigras met de diepe beworteling van rietzwenkgras. Bij droogteperiodes stopt Engels raaigras met groeien en gaat zelfs dood. Je moet blijven beregenen om de goede grassen in stand te houden. Met rietzwenk PLUS krijgt droogte veel minder kans. Percelen waarop niet beregend wordt, adviseer ik daarom bij herinzaai met een mengsel met rietzwenk PLUS in te zaaien”, aldus Versteegen.
Wanneer kun je rietzwenk PLUS maaien?
De accountmanager geeft wel aan dat rietzwenk PLUS op dit moment alleen geschikt is om te maaien. Daarbij moet wel een maaihoogte van acht centimeter worden aangehouden, daar waar bij Engels raaigras doorgaans op vijf centimeter wordt gemaaid. “Anders maai je het groeipunt eruit en moet de hergroei helemaal van onderuit komen. Dat is ook de reden dat we rietzwenk PLUS nog niet aanraden voor beweiden. Een koe vreet af op vijf centimeter”, vertelt Versteegen, die aangeeft dat er momenteel wel volop onderzoek wordt gedaan naar rietzwenk PLUS-variant voor beweiden.
DLF biedt rietzwenk PLUS aan via de mengsels StructoMax en PowerMax. StructoMax bevat uit 25 procent rietzwenk, 60 procent Rietzwenk PLUS, 10 procent Engels raaigras en 5 procent Timothee. PowerMax bestaat uit vijftig procent Rietzwenk PLUS, 40 procent Engels raaigras en tien procent timothee.
Combineren met kruidenmengsels
Voor een droogtebestendige zode is het belangrijk niet alleen te kijken naar gras. Het is ook verstandig te kijken naar mengsels met klavers en/of kruiden; dit ook vanuit het oogpunt van de GLB-maatregelen. Ook op de bufferstroken, waar bemesting en chemische onkruidbestrijding niet aan de orde zijn, kunnen dergelijke robuuste mengsels hun meerwaarde bewijzen.
Van alle gewassen is luzerne met wortels van 1,20 meter en langer het gewas met de hoogste ondergrondse droogtetolerantie. Rode klaver met de lange penwortel is ook heel geschikt op droogtegevoelige percelen. Witte klaver daarentegen groeit meer horizontaal en is daardoor minder geschikt. “Ik adviseer StructoMax en PowerMax altijd in combinatie met rode klaver of een klavermengsel. Ook met kruiden zijn deze mengsels goed te combineren”, aldus Versteegen. “Wij hebben daarvoor diverse mengsels van soorten die qua groeiwijze goed bij elkaar en bij het graszaadmengsel passen. Zo kun je ze op het juiste moment, in het juiste stadium oogsten.”
Tekst: Gerben Hofman
Beeld: DLF