Sinds 1 april 2017 gelden een aantal aanpassingen aan de richtlijnen geïntegreerde gewasbescherming (IPM). Deze aanpassingen werden opgenomen in de checklist, een bijlage bij de Praktijkgidsen gewasbescherming.
De eerste aanpassing valt onder punt 1 ‘Preventie van schadelijke organismen’ in het kader van het voorkomen van knolcyperus (checklist 1.7). Naast de al verplichte maatregelen om de verspreiding van knolcyperus te voorkomen, werd volgende verplichting toegevoegd: in het geval van cultuurpacht wordt tussen verhuurder en huurder een overeenkomst afgesloten waarbij de verhuurder verklaart dat het betrokken perceel vrij is van knolcyperus met uitzondering voor de teelt van maïs of grasland.
De tweede aanpassing heeft betrekking op de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen (checklist 3.3). Het gebruik van driftreducerende doppen met minimaal 50% driftreductie voor openluchtteelten of 50% driftreducerende technieken is verplicht vanaf 1 april 2017. Een lijst met de driftreducerende doppen wordt als bijlage bij de Praktijkgidsen gewasbescherming gevoegd.
Het is verplicht om beide aanpassingen onmiddellijk toe te passen. Bij een audit van het controle organisme heeft de landbouwer een maand de tijd om zich in orde te stellen.
De volledig aangepaste checklist met de bijhorende informatie over de driftreducerende doppen en technieken staat op de website van het Departement Landbouw en Visserij en klik onderstaande link:
https://lv.vlaanderen.be/nl/voorlichting-info/publicaties/praktijkgidsen/praktijkgids-gewasbescherming
Bron: Departement Landbouw en Visserij – 24 maart 2017