Voor diegenen onder ons die het vergeten zijn: Februari jongstleden was een van de natste februarimaanden sinds mensenheugenis. Nu is daar niets meer van te merken. Sterker nog, sterke hogedrukgebieden en een voortdurend aanhoudende schrale oosten- of noordenwind heeft er door de combinatie wind, zon en een lage luchtvochtigheid voor gezorgd dat de wortelzone sterk uitgedroogd is, een oppervlakkig wortelend gewas als gras het moeilijk heeft en pas gezaaide bieten en uien niet tot slecht kiemen.
Nu al uitzonderlijk droog in de wortelzone
Zoals de afgelopen twee jaren ook weer is gebleken, hebben we in het groeiseizoen te maken met droogteperiodes. Nu, in dit jaar al uitzonderlijk vroeg. Ook in de toekomst zullen we, misschien zelfs in toenemende mate als gevolg van de klimaatsverandering, hiermee geconfronteerd worden. Heel wat beregeningsinstallaties staan op dit moment al weer te draaien wat, zeker op zandgrond, geen overdreven luxe is. Vooral grasland moet, om de eerste snede te redden, als het kan natuurlijk nu beregend worden. Op zandgrond is het advies 20 tot 30 mm in één keer te geven. Meer is niet wenselijk, omdat dit de grond toch niet kan vasthouden.
Ook op kleigrond waren er dit voorjaar op bouwland grote problemen om een zaaibed te maken, maar ook om een goed contact met de ondergrond te krijgen voor de noodzakelijke capillaire opstijging van bodemvocht. Alles is uit de kast gehaald om een fijn zaaibed te krijgen, waarbij bijvoorbeeld om nog een enigszins acceptabel zaaibed te krijgen, hetzelfde perceel soms twee tot drie keer gekopegd is en tussendoor ook nog eens beregend. Een te kluiterig zaaibed of ook wel ‘knikkerbak’ genoemd, geeft een grote kans op een onregelmatige opkomst van de maïs.
Zaai de maïs zo snel mogelijk na het ploegen
Om de maïs in vochtige grond te kunnen zaaien is het belangrijk om dit zo snel mogelijk na het ploegen te doen. Vaak wordt bij het ploegen, naast het feit dat het om vochtige grond gaat, wel wat koudere grond boven geploegd. Dit betekent dat wanneer er direct daarna gezaaid wordt, de bodem op zaaidiepte nog niet de gewenste 100C heeft bereikt. In jaren als deze is echter de ervaring dat lichte gronden, waar verdroging juist het grootste probleem is, deze temperatuur op zaaidiepte snel bereikt wordt.
Kies de juiste zaaidiepte van de maïs
Als vuistregel moet bij een zware grond de zaaidiepte van 3-4 cm worden nagestreefd en bij lichtere grond 5-6 cm. Een te oppervlakkige uitzaai geeft met name uitdroging direct na kieming als risico. Bij een diepere uitzaai van 7-8 cm is de noodzakelijke toevoer van water eerder verzekert, maar vraagt veel energie van het jonge plantje om te ontkiemen vanwege de lagere bodemtemperatuur op die diepte en om boven te komen. Dit maakt dat het ontkiemde zaadje gevoeliger is voor kiemschimmels. Dit is een verschijnsel waar in 2019 menig maïsteler mee is geconfronteerd. Het is dus niet eenvoudig om op voorhand te garanderen dat de gemaakt keuze, in dit geval als het gaat om de zaaidiepte, het gewenste resultaat oplevert in de vorm van een goede opkomst.
Start tijdig met beregenen
Hoewel maïs met relatief weinig water toe kan, zo per kilogram droge stofproductie ongeveer de helft minder dan bijvoorbeeld gras, zijn er een aantal momenten tijdens de groeifase van maïs waarbij water onontbeerlijk is. Eén daarvan is de kieming. Zaaien in droge grond is vergelijkbaar met het in de zak laten zitten van het zaad. Beregenen van gewassen kost geld en tijd. Toch loont het de moeite om er tijdig aan te beginnen wanneer een beregeningsinstallatie en oppervlaktewater of een grondwaterbron aanwezig is. Afhankelijk van de gift per keer liggen de kosten tussen de 150 euro per hectare bij 15 mm per keer en 250 euro bij een gift van 30 mm. Wanneer na de zaai van de maïs de droogte aanhoudt, is het te overwegen om de kieming en beginontwikkeling te bevorderen door een gift van 10-15 mm. Iets wat akkerbouwers na de zaai van bieten en uien in een droog voorjaar zoals deze al heel gewoon zijn om te doen. Een goede start is belangrijk om de gewenste opbrengst en kwaliteit op het tijdige oogstmoment te behalen.
Gebruik een rijenbemesting voor een vlotte beginontwikkeling van maïs
Hoewel door de (mest)wetgeving de mogelijkheden beperkt worden is de toepassing van rijenbemesting, om een vlotte beginontwikkeling van maïs te bevorderen, zeer zeker aan te bevelen. De meerwaarde is in veel praktijkonderzoeken gebleken. Door de bemesting in de onmiddellijke nabijheid van de wortels van de nog jonge plant is de benutting van de gegeven nutriënten in dit groeistadium aanmerkelijk beter dan een volvelds toediening van dezelfde elementen. De werkelijke benutting of ook wel werkingscoëfficiënt genoemd, is afhankelijk van het aangeboden nutriënt en de daaraan gekoppelde opneembaarheid. De keuze voor de op het bedrijf best passende rijenmeststof is afhankelijk van veel factoren, zoals o.a. het gebruik van dierlijke mest, de hoeveelheid, de bodemvoorraad aan opneembare nutriënten en de beperkingen die de mestwetgeving tegenwoordig met zich mee brengt zoals de gebruiksruimte en het verbod op toepassing van fosfaathoudende rijenmeststoffen op derogatiebedrijven.
De diversiteit aan bedrijfssituaties resulteert in de praktijk in een uitgebreid aanbod aan gegranuleerde meststoffen in grove of fijne vorm en vloeibare meststoffen voor toepassing als rijenmeststof in maïs. Daarnaast zijn er diverse coatings met hulpstoffen ter stimulering van de wortelgroei in de handel verkrijgbaar. Een andere ontwikkeling in de praktijk is het gebruik van nitrificatieremmers die door een vertraagde omzetting van ammonium- naar nitraatstikstof uitspoeling helpen voorkomen en beter het stikstofopnamepatroon van maïs moeten volgen.
Door de mestwetgeving in combinatie met de veranderende samenstelling van dierlijke mest is tegenwoordig op veel maïspercelen het element kalium de zwakke schakel. Dit betekend tegenwoordig bijna in alle gevallen dat het advies is om met kalium bij te bemesten. Dit kan (gedeeltelijk) in de rij of volvelds rond het tijdstip van zaaien. Belangrijk is in alle gevallen om niet teveel plaats specifiek te bemesten met het oog op vertraging van de beginontwikkeling door zoutschade.
Zeer belangrijk is dat een goede bemestingstoestand de waterhuishouding verbetert en daardoor de kans op droogteschade verkleint wordt.
Indien u de mogelijkheid en zolang u nog toestemming heeft om te beregenen omdat de vochtvoorziening ontoereikend is u verzekerd wilt zijn van een goede opbrengst, twijfel dan ook de komende zomerperiode niet te lang met het beregenen van het maïsgewas. Voor alle anderen is het hopen dat de vochtvoorziening op orde is, of dat er op tijd regenwater valt. Meer informatie over de teelt van maïs kunt verkrijgen bij uw eigen regionale KWS-adviseur.
Van onze partner KWS
Zorg voor een vlotte goede kieming van de gezaaide maïs!