Over het algemeen kunnen we terugzien op een goed snijmais jaar.
Op de overgelopen uiterwaarden en natte gronden na, heeft de mais het dit jaar goed gedaan. Het afrijpen duurde wel wat langer dan normaal en in sommige gebieden is de mais niet helemaal afgerijpt. Doordat het uitstel van de uiterlijke zaaidatum van het vanggewas pas op het allerlaatste moment kwam, hebben sommige veehouders de mais vroeger geoogst dan ze hadden gewild. Andere veehouders hadden achteraf misschien wel eerder het land op willen gaan. De grote hoeveelheden neerslag hebben hier en daar namelijk wel voor uitdagingen gezorgd tijdens de oogst. Maar al met al kunnen we spreken van een geslaagd snijmais jaar.
Hogere energiewaarde
De gemiddelde VEM van 991 per kg DS is de laatste jaren niet zo hoog geweest. Het gemiddelde drogestofgehalte van 363 g/kg benadert het optimum van 35-36% drogestof. De plant was veelal nog groen, wat de conservering van de kuil ten goede komt. Dit merk je aan de lekkere frisse geur van de snijmais.
Maiskuilen nauwkeurig inschatten
Gedurende de conservering van de kuil, en ook daarna, verandert de maiskuil. Door nieuw inzicht uit ons eigen onderzoek, zijn we nog beter in staat om de afbraak van snijmaiskuilen over de tijd in te schatten. Maiskuilen zijn binnen 3 maanden na inkuilen nog erg bestendig. Wanneer deze naast een late taaie voorjaarjaarskuil gevoerd worden, vraagt dit nogal wat energie-aanvulling. Bekijk daarom samen met je rundveespecialist hoe je het rantsoen kunt optimaliseren.