Door klimaatverandering zijn er steeds vaker lange perioden van droogte. Bodems gaan door droogte achteruit. Vooral zandgronden hebben hier veel van te lijden. Door klei in zand aan te brengen op deze grond zorgen de kleideeltjes ervoor dat de bodem meer water, organische stof en mineralen kan vasthouden. Op 12 oktober was er een demodag van het LIFE CO2SAND-project bij de familie Walvoort in Geesteren (Gld).
Voordelen van klei met zand mengen zijn ten opzicht van zand beter vocht vasthouden, een betere benutting van mest en mineralen en daardoor een beter gewas. Hiermee moeten de kosten van het aanbrengen worden terugverdiend. Gerjan Hilhorst, onderzoeker bij Agro-innovatiecentrum De Marke, besprak tijdens de demo de resultaten van het onderzoek op De Marke.
Verschillende soorten en hoeveelheden klei in zand
Bij De Marke liggen vier proefvelden waar verschillende soorten en hoeveelheden klei aan zand zijn toegevoegd. Hier wordt het effect op bodem en gewas gemeten. “We zien bij de mais een hogere droge stof productie, een hoger zetmeelgehalte en een hoger vochtpercentage.”
Gerjan legde uit dat op de proefvelden van De Marke ieder jaar een verbetering wordt gemeten ten opzichte van onbehandeld, met name in het droge jaar van 2022 was dit erg positief. Het duurt wel even voordat de klei en het zand goed zijn gemengd en de voordelen te zien zijn.
Mengen van klei en zand
Op De Marke zijn verschillende soorten behandelingen aangelegd waar klei aan zandgrond is toegevoegd. Bij de behandeling ‘mengen’ is de klei met een overtop-frees door de bovenste 12 cm van de bodem gemengd en is vervolgens op een normale wijze geploegd op 20 cm. Bij de behandeling ‘onderwerken’ is de kleilaag op een diepte van 15 cm gebracht en is het zand hier bovenop gelegd. Deze bewerking is met een ploeg uitgevoerd die hiervoor anders is afgesteld dan gebruikelijk om menging in de bovenlaag te voorkomen. Het effect op gewas en bodem wordt de komende jaren gemeten.
De Marke wil zoveel mogelijk de goede eigenschappen van beide grondsoorten combineren. Het advies van De Marke: gebruik bij grondverbetering liever de zware klei in plaats van de lichtere in een dikkere laag om tot 8 procent lutum te komen. Lutum is het percentage klei van de grond (deeltjes kleiner dan 2 micrometer). Bij een lutumgehalte van 8 procent tot 12 procent spreekt men van zeer lichte zavel.
Mengen van klei en mest
Daarnaast kan de klei ook gemengd worden met mest voordat het aan zandgrond wordt toegevoegd. Hier doet de familie Walvoort ervaring mee op. Op de vaste mesthoop wordt klei gebracht en dit wordt met de machine gemengd. De machine maakt de klei veel fijner. Deze machine is ontwikkeld voor mengen van verschillende ingangsstromen, zoals bermmaaisel, mest enzovoort ten behoeve van composteringsproces.
Conclusie: in dit geval was dat de klei te nat was om goed te kunnen mengen met de ruige stalmest. Een opbouw in lagen kan helpen. Voor de demo is deze proeftrek gedaan. De rest gaat in het voorjaar.
Na behandeling, bewerking en twee jaar kruidenrijk grasland
Tijdens de demo werd het perceel dat niet behandeld is (nulstrook) vergeleken met het behandelde perceel. Het verschil met de nulstrook is dat in dit profiel de opgebrachte klei goed is terug te vinden. Dit is gemengd door de bovenste 15 cm. De kleikluitjes zijn 1 tot 6/8 cm groot. De kleikluitjes zijn beworteld en poreus vanbinnen. Ze mengen (nog) niet met de omliggende zandgrond. De bodemstructuur is ruller van aard, en minder compact. De bouwvoor is circa 35/40 cm dik. Ook hier is een goede diepe beworteling aangetroffen, ook in de ondergrond (40-50 cm diep).
In de ondergrond waren ook duidelijk wormengangen aangetroffen en zelfs mollengangen. Het bouwplan op deze percelen bestaat uit over het algemeen vier jaar gras en dan twee jaar mais. Het ingezaaide grasmengsel heet ‘saladebuffet’ met onder andere diepwortelende gewassen, zoals chicorei en soorten klavers. Walvoort ziet nog geen verschil in opbrengst of kleur van het gras tussen de behandelde delen en de nulstrook. Het lijkt alsof dit nog enige tijd nodig heeft.
Napraten aan de keukentafel
Ruud van Uffelen trok de conclusie dat er twee perspectieven zijn om naar klei op zand te kijken: vanuit klimaatdoelstellingen en vanuit de bedrijfsvoering van de boeren. Beide zijn waar.
Van uit boerenperspectief vindt Robin Walvoort de kosten voor het opbrengen van de klei hoog (circa 5,– per m3). Wat wel scheelt is dat deze investering blijvend is, in tegenstelling tot het aanvoeren van organisch materiaal wat weer verdwijnt. De methode met stalmest bijmengen door middels van dit apparaat ziet hij wel als kostenbesparing, omdat deze mest anders ook al uitgereden had moeten worden en nu kun je het combineren. In de toekomst denkt hij dat de klei op de kopakker wordt geleverd en dat daar ook de stalmest bij op gereden wordt. Op het moment van uitrijden mengt en laad de machine dit in een werkgang op de meststrooier.
De familie Walvoort beraadt zich nog over een vervolgproef met in het najaar of winter uitrijden van het klei/stalmest mengsel om te kijken wat de verschillen zijn tussen wel/niet behandeld ten opzichte van in het voorjaar. Eventueel gecombineerd met de hypothese toetsen dat er geen extra N uitspoelt.
Bron: WUR