Peter en Manuela van Beest hebben een melkveebedrijf met 150 melkkoeien in Lienden. Sinds mei 2023 neemt de Lely Vector het mengvoer op hun bedrijf voor zijn rekening. Dit automatisch voersysteem zorgt voor arbeidsbesparing en betere resultaten. “Er ligt altijd een vers rantsoen voor de koeien, zonder dat we er extra werk aan hebben.”
De twintig jaar oude voermengwagen van de familie Van Beest was in 2023 aan vervanging toe. De keuze lag tussen een grotere voermengwagen of de overstap naar automatisch voeren. Een grotere voermengwagen paste echter niet over de voergang van één van de schuren. Ook had Van Beest al positieve ervaringen met de melkrobots van Lely en daardoor ook al eens gekeken naar de mogelijkheden van de Vector. Na bij meerdere bedrijven gekeken te hebben, hakten ze de knoop door: Er kwamen twee zelfrijdende mengkuipen van Lely op hun bedrijf.
De twee mengkuipen rijden meerdere keren per dag langs het voerhek. Via een sensor meten de mengkuipen hoeveel voer er voor het voerhek ligt en vullen waar nodig aan. Van Beest stelt het gewenste rantsoen in via een programma. Op basis daarvan wordt de mengkuip gevuld in de voerkeuken. De grijper van de Vector pakt precies wat nodig is uit de voorraad voer die de melkveehouder heeft klaargezet.
“De Vector kan het rantsoen heel nauwkeurig samenstellen en mengen”, aldus Peter. “De porties worden de hele dag door gevoerd. Zo hebben de koeien altijd een vers rantsoen tot hun beschikking.” Ook beschikt het systeem over de optie om voerpauzes in te lassen, wanneer de melkveehouder wil dat eerst dat wat er ligt wordt opgegeten. Dit kan gedurende een standaard interval op de dag, of handmatig worden ingesteld. Het is ook mogelijk om de ingestelde voerhoogte aan het hek te verlagen, zodat de Vector pas gaat voeren wanneer het voer nagenoeg op is.
Installatie van het systeem
De voerkeuken is gevestigd in een bestaande schuur, verderop op het erf. “Deze schuur hebben we aangepast voor de Vector. Zo hebben we een extra deur geplaatst, betonplaten vervangen door een gegoten vloer en de voersilo’s verplaatst. Een stellage en water- en elektriciteitsleidingen maakten de voerkeuken compleet. Gelukkig kon ik ook best veel zelf doen en denkt Lely met je mee. De afstand tot de voerkeuken, het aantal koeien en hoe je de krachtvoer- en mineralenbunkers neerzet, zijn allemaal dingen waar zij ons in hebben geadviseerd”, aldus Peter.
Op het bedrijf van Van Beest rijden twee mengkuipen rond. Dit past goed bij de grootte van het bedrijf, dat onder andere 150 melkkoeien en 90 stuks jongvee huisvest. Het Vector-systeem heeft op deze manier ruimvoldoende capaciteit om alle diergroepen op het bedrijf te kunnen voeren en is daarmee toekomstbestendig.
De koeien staan in drie verschillende stallen. Wanneer de ene mengkuip langs het voerhek rijdt, wordt de andere gevuld in de voerkeuken. Op deze manier kunnen alle koeien worden gevoerd en werkt het systeem het meest efficiënt. Het voersysteem past zich aan het bedrijf, in plaats van andersom.
Verschillende diergroepen
Per diergroep kan er een apart rantsoen worden ingesteld met de Vector. “Naast de melkkoeien hebben we drie rantsoenen voor jongvee in het systeem staan”, laat Peter weten. “Ook hebben we een apart rantsoen voor droogstaande koeien en andere dieren van het bedrijf. Door de zeer nauwkeurige dosering van mineralen en andere toevoegingen kan de Vector ook kleine porties heel nauwkeurig bereiden.”
Flexibeler werken
Alle werkzaamheden op het land doet Van Beest zelf of samen met zijn drie zonen. Op 65 hectare verbouwen ze uitsluitend gras. De overige producten in het rantsoen kopen ze aan. “Voorheen was het in de zomer nog wel eens de vraag wie van ons kon gaan inkuilen”, aldus Peter. “Onze zonen werken buitenshuis of zitten nog op school. In de avonden en weekenden helpen zij mee. Hierdoor was het soms passen en meten wie het landwerk ging doen. Nu geef je de Vector opdracht om te voeren en kun je ondertussen zelf het land op gaan. Iedere drie dagen vul je de voerkeuken bij en dagelijks veeg je de voervoorraad aan. Dit maakt het werk veel flexibeler.”
Financieel rendabel
Financieel gezien was de keuze voor een Vector interessant voor de melkveehouder. Allereerst bespaart de Vector op de kosten van arbeid. “Goede werknemers zijn schaars en het liefst blijven wij het bedrijf runnen als gezin. Daarnaast was de aanschaf fiscaal gezien interessant voor ons bedrijf”, aldus Peter. De melkveehouder voegt een betere benutting van het voer ook toe aan een betere rentabiliteit. “Dankzij het verse voer benutten de koeien de voedingsstoffen beter. Daarnaast blijft er minder restvoer over.” Hierdoor bespaart Van Beest ook op krachtvoerkosten.
De afgelopen jaren legde Van Beest zijn focus op het vergroten van koecomfort. Hij introduceerde verschillende aanpassingen in zijn stal: acht centimeter dikke rubberen matten in de ligboxen, nieuwe ventilatoren en een vernevelingsinstallatie tegen hittestress. Om arbeid te besparen, kwamen er melkrobots van Lely op het bedrijf. Deze aanpassingen lijken positieve gevolgen te hebben. De totale jaarlijkse melkproductie is sinds de overname van 1,1 naar 1,54 miljoen liter melk gestegen, zonder dat de veestapel werd uitgebreid.
Combinatie met beweiden
In de zomer gaan de koeien van Van Beest het land op. Voorheen was het vaak zo dat de koeien ’s avonds niet meteen hun ruwvoer dat voor het voerhek lag opaten. Ze hadden immers al de hele dag kunnen grazen op het land. Later op de avond deden ze dat wel. Dit betekende dat de melkveehouder laat op de avond nog de voermengwagen moest aanzetten. “Nu hoeft dat niet meer. Het rantsoen stel ik van tevoren in en de Vector meet wanneer het op is. Wel moet ik blijven denken vóór het systeem. Als de koeien bijvoorbeeld eerder naar binnen gaan door een regenbui, ben ik nog steeds degene die het aandeel drogestof in het rantsoen compenseert met extra ruwvoer. Dit gaat gemakkelijk met de Vector.”
Meer rust in de stal
“Uiteindelijk gaat het erom dat de koeien zich goed voelen”, aldus Manuela. “Er is veel meer rust gekomen in de stal. Wanneer de voermengwagen langskwam, was er toch vaak een kort moment van onrust. Tegenwoordig komen de koeien even kijken als het voer wordt aangeschoven, maar het grootste gedeelte van de dag liggen ze te herkauwen in de ligboxen. Ze zitten nooit meer zonder voer.”
Sinds de introductie van de Vector is de melkproductie op het bedrijf toegenomen met vijfhonderd liter melk per koe op jaarbasis. Op dit moment ligt de jaarlijkse melkproductie op 10.400 kilogram, met 4,35 procent vet en 3,65 procent eiwit. “De koeien lijken het dus beter te doen met de Vector. Dit soort aanpassingen aan het bedrijf maken we met het oog op de toekomst, zodat het voor onszelf haalbaar is, maar ook voor de jongens, mochten zij verder willen in het bedrijf”, vertelt Manuela.
Aan andere melkveehouders adviseert de familie veel te kijken bij melkveebedrijven met een Vector. “Dan kun je zien hoe zij het hebben aangepakt en hun voerkeuken hebben ingericht”, laat Peter weten. “Deze informatie kun je meenemen naar je eigen bedrijf.”
De laatste ronde
“Als we ’s avonds op de veranda zitten en de Vector langs zien rijden, zeggen we wel eens tegen elkaar: Kijk, anders waren wij nu de laatste ronde aan het voeren”, aldus Manuela. “Onze rol binnen het bedrijf is veranderd naar controlerend en observerend. Dit past bij onze manier van bedrijfsvoering. Tuurlijk moeten wij wel de opdracht geven, maar het maakt het werk veel flexibeler en bespaart veel uren op de dag.”
Tekst: Kim Sjoers
Beeld: Rick Majoor