Groenbedekkers ingezaaid in het kader van de vergroening kunnen een gedeeltelijke oplossing bieden voor het tekort aan ruwvoeder als gevolg van de uitzonderlijke droogte. Enerzijds bieden de bestaande voorwaarden waaraan de groenbedekkers moeten voldoen, nu al de mogelijkheid om ruwvoeder te produceren. Anderzijds heeft de minister ingestemd met een aantal versoepelingen gelet op de uitzonderlijke weersomstandigheden.
- De in te zaaien groenbedekker voor ecologisch aandachtsgebied moet bestaan uit een mengsel van minstens twee gewassen die voorkomen op de lijst opgenomen in de toelichtingsnota bij de verzamelaanvraag 2018 (zie Lijst mogelijke groenbedekkers). Op deze lijst staan ook verschillende grassoorten, zoals Italiaans en Engels raaigras. Een combinatie van enkel grassoorten behoort dus tot de mogelijkheden, voor zover de minimale zaaidichtheid van minstens twee gewassen uit het mengsel minstens 50 procent bedraagt van de aangegeven minimale zaaidichtheid, zoals opgenomen in deze lijst. Door de uitzonderlijke weersomstandigheden verleent de minister de landbouwers voor dit jaar de toelating om van deze laatste voorwaarde af te wijken, zodat men zijn mengsels beter kan afstemmen op het gebruik van de groenbedekker als kwalitatief veevoeder. Het volstaat dat de zaaidichtheid van het tweede gewas in het mengsel minstens 10 procent bedraagt van de aangegeven minimale zaaidichtheid, zoals opgenomen in de lijst. Opgelet, deze afwijking op de te respecteren zaaidichtheid is enkel van toepassing op groenbedekkers die in aanmerking komen voor ruwvoerderwinning.
- De groenbedekker mag tijdens de verplichte aanhoudingsperiode uitzonderlijk worden geoogst, gemaaid of begraasd en gebruikt worden als veevoeder. Dat kan echter alleen op voorwaarde dat er nog voldoende gewas aanwezig blijft na het oogsten, maaien of begrazen zodat de groenbedekker zijn functies kan blijven vervullen. Door de hergroei blijft de bodembedekking en de opname van nutriënten uit het bodemprofiel immers verzekerd.
- Ook na de uiterste datum van de verplichte aanhoudingsperiode mag de groenbedekker geoogst, gemaaid of begraasd worden en als veevoeder gebruikt worden.
Uiterste inzaaidatum groenbedekker
Een andere voorwaarde waaraan moet worden voldaan, is de tijdige inzaai van de groenbedekker. Voor de landbouwstreken Polders en Duinen moeten de groenbedekkers ingezaaid zijn tegen 20 augustus. In de Leemstreek moet de inzaai plaatsvinden tegen 1 oktober, in de Zandleemstreek en andere landbouwstreken tegen 1 november. Het Departement Landbouw en Visserij laat tevens noteren zich bewust te zijn van de moeilijkheden die de huidige droogte veroorzaakt en hiermee rekening te houden bij controles.
De nodige aanpassingen in de verzamelaanvraag moeten ook tegen de hierboven vermelde data worden geregistreerd via het e-loket.
Bron: Departement Landbouw en Visserij – 14 augustus 2018