Met Snelle Lente Rogge wordt als vanggewas voldaan aan de eis om te voldoen aan de nitraatrichtlijn door reststikstof te ‘vangen’ en uitspoeling op maïspercelen daarmee zoveel mogelijk te beperken. Daarnaast is het heel goed geschikt om het in het voorjaar als ruwvoer te oogsten. Dit levert veel drogestof en eiwit en voorziet daarmee perfect in de behoefte om meer zelfvoorzienend te zijn in eiwit en daarmee minder afhankelijk van externe eiwitbronnen. Dat zijn de ervaringen die tot nu toe op brede schaal in de praktijk zijn opgedaan.
Aanleiding voor het doen van proeven
Om de meerwaarde in de praktijk ook onder proefveldcondities te kunnen toetsen, is in het seizoen 2019-2020 door onderzoeksinstituten in Nederland en België onderzoek gedaan naar de waarde van Snelle Lente Rogge ten opzichte van een aantal andere veelgebruikte vanggewassen in maïs.
Proefopzet
Direct na de oogst van de maïs in september 2019 is door onderzoeksinstituut ILVO in België en Wageningen University & research open teelten in Nederland de proef met vanggewassen gestart. Op dat moment zijn op twee locaties in België (Bassevelde en Poperinge) en twee locaties in Nederland (Vredepeel en Marwijksoord) verschillende enkelvoudige vanggewassen of mengsels van vanggewassen in meerdere herhalingen gezaaid. Daarnaast zijn de proeven aangelegd in drie verschillende stikstoftrappen (0, 50 en 100 kg stikstof per hectare), wat bemest is tussen 15 februari en 1 maart van dit jaar. Voorafgaand aan de zaai is een analyse genomen van de bouwvoor om de hoeveelheid reststikstof te meten. De stikstofmetingen zijn halverwege de winter en na de oogst van de vanggewassen nog eens herhaald. Tijdens de teelt is op een aantal momenten de gewasstand beoordeeld. De Snelle Lente Rogge objecten in de proef zijn in drie zaaizaadhoeveelheden per hectare beproefd (1.5, 2 en 2.25 miljoen zaden per hectare)
Oogst
De locaties zijn allen geoogst tussen half en eind april. Bij de oogst is de bovengrondse massa gewogen (vers en droge stof) alsmede van een aantal objecten de ondergrondse massa. Op deze manier was het mogelijk om van deze geselecteerde en meest belangrijke objecten aan de hand van de humificatie coëfficiënt de totale hoeveelheid effectieve organische stof te bepalen. Tevens is van de beproefde vanggewassen op een locatie na de oogst de voederwaarde bepaald.
Conclusies en aanbevelingen
De uiteindelijk gerealiseerde drogestofopbrengsten over alle geteste objecten bleken tussen de locaties verschillend en afhankelijk van zaaitijdstip, zaaiomstandigheden, de stikstofbodemvoorraad, het moment van bijbemesten en de oogstdatum. Hierbij heeft daarnaast het zeer droge voorjaar op de proeflocaties met de lichtste grondsoort mogelijk ook invloed uitgeoefend. De vroegst gezaaide proeven waarbij onder goede omstandigheden is gezaaid, realiseerden de hoogste opbrengsten.
Uit de proeven blijkt dat het op basis van de resultaten, raadzaam is om Snelle Lente Rogge op 2 miljoen zaden per hectare te zaaien in plaats van 1.5 miljoen zaden. Er blijkt weinig meerwaarde om 2.25 miljoen zaden per hectare te zaaien.
Italiaans en Engels Raaigras lieten in nazaai te weinig ontwikkeling zien wat, ten opzichte van onder andere de Snelle Lente Rogge objecten, geresulteerd heeft in weinig bovengrondse opbrengst, alsook minder opname van reststikstof in de herfst, winter en voorjaar. Ook ten opzichte van de gangbare winterrogge, wat tot nu toe een veel gebruikt vanggewas voor zaai na de teelt van maïs is geweest, lieten de Snelle Lente Rogge varianten een meeropbrengst zien. Gemiddeld over de 4 locaties in België en Nederland realiseerden de behandelingen die met 100 kg N/ha zijn bemest, een drogestofopbrengst per hectare zien van respectievelijk 5.086 kg voor Snelle Lente Rogge (2 miljoen zaden/ha) tot 5.100 kg voor een mengsel van Snelle Lente Rogge (2 miljoen zaden/ha) met 20 kg Adrina Italiaans Raaigras (het zogenaamde EAG-mengsel).
Van de proeflocatie waar de objecten ook beoordeeld zijn op voederwaarde is uit de analyse vast komen te staan dat van alle Snelle Lente Rogge varianten de VEM-waarde rond de 960 lag en het ruw eiwit percentage rond de 16%. Het gaat hier om de objecten die bemest zijn met 100 kg stikstof per hectare. De voederwaarde en ook de opbrengst was mogelijk nog hoger geweest als de droogte geen rol van betekenis had gespeeld.
Op basis van de drogestofopbrengsten is aan de hand van de humificatiecoëfficiënt de hoeveelheid effectieve organische stof (EOS) bepaald. Hoewel op basis van de verse en drogestofopbrengst van de bovengrondse delen de meerwaarde van het toevoegen van Italiaans Raaigras beperkt is, is er met een mengsel van 2 miljoen zaden Snelle Lente Rogge en 20 kg Italiaans Raaigras (Adrina) wel sprake van de hoogste opbrengst aan EOS per hectare. Gemiddeld over alle proeven is met dit mengsel 55% van de EOS afkomstig uit de ondergrondse delen. Dit in vergelijking met alle andere geteste vanggewassen. Dit is met het oog op de EAG-wetgeving in België, maar ook met betrekking tot de levering van organische stof aan de bodem de meest interessante optie.
Meer informatie?
Meer informatie is verkrijgbaar bij uw eigen KWS-adviseur. Zijn contactgegevens zijn te vinden op www.kwsmaiszaad.com/nl/contact. U kunt ook bij hem of anders bij uw leverancier van zaaizaden de Snelle Lente Rogge of het mengsel van Snelle Lente Rogge met Adrina Italiaans Raaigras bestellen. In navolging van het succes met Snelle Lente Rogge zijn veel zogenaamde kopieën, waarvan men beweerd dat deze net zo goed of zelfs beter presteren, in de markt. De enige echte Snelle Lente Rogge met een bewezen meerwaarde wordt exclusief geleverd in de herkenbare oranje verpakking.